FC Barcelona heeft een grote stap gezet richting de Spaanse landstitel door van Real Madrid te winnen. In een knotsgekke editie van El Clásico kwamen de Catalanen in eigen huis razendsnel met 0-2 achter, maar wonnen nog met 4-3.
Met nog drie wedstrijden te spelen, staat Barcelona zeven punten voor op Real. Komende donderdag kan de ploeg van trainer Hansi Flick en Oranje-international Frenkie de Jong kampioen worden als het wint op bezoek bij stadsgenoot Espanyol.
Precies twee weken geleden hadden de aartsrivalen ook al een spectaculair duel gespeeld in de Spaanse bekerfinale, die na verlenging ook werd gewonnen door Barcelona (3-2).
De wedstrijd begon voor Real Madrid nog geweldig. Kylian Mbappé ging al binnen vijf minuten over de knie bij Barcelona-doelman Wojciech Szczesny, om de daaropvolgende penalty ook zelf binnen te schieten.
Comfortabel leunend op de vroege voorsprong kreeg Real zelfs de ruimte om die uit te breiden. Aan de snelle Vinícius Júnior en Mbappé was dat wel besteed: zij zorgden uit een counter voor de 0-2, waarbij de Fransman zijn 38ste goal van het seizoen maakte voor Real.
Illuster record Mbappé
Daarmee vestigde Mbappé een illuster record: nog nooit maakte een speler zoveel doelpunten in zijn eerste seizoen voor de Madrilenen. Hij nam het record over van Iván Zamorano, die 37 keer scoorde in het seizoen 1992/93. Cristiano Ronaldo kwam in zijn eerste seizoen voor Real tot 33 goals, net als Ruud van Nistelrooij.
Real bleek in dat knallende eerste kwartier direct al veel kruit verschoten te hebben. Na de voorsprong volgde een ineenstorting aan Madrileense zijde en een indrukwekkende Remontada aan Catalaanse zijde.
Nog voor rust kwam Barcelona op een 4-2 voorsprong dankzij goals van Eric García, Lamine Yamal en tweemaal Raphinha. Laatstgenoemde maakt eveneens een topseizoen door: hij was al goed voor 33 goals en 19 assists in alle competities en is daarmee Barcelona’s meest productieve speler.
Wie níét scoorde voor Barcelona in die eerste helft was Ferran Torres, die op papier als spits was opgesteld. Dat bleek een gouden greep: de Spaans international liet zich geregeld uitzakken en kon daardoor juist zijn teamgenoten bedienen. Hij gaf de assist bij drie van de vier Barcelona-treffers.
Spanning terug
In de tweede helft leek het er lange tijd op dat Barcelona de voorsprong zou uitbreiden, maar werd de spanning teruggebracht door Real Madrid. Opnieuw was het razendsnelle duo Víncicius-Mbappé succesvol: de Braziliaan legde af en de Fransman completeerde zijn hattrick op een vrijwel leeg doel.
In een nerveuze slotfase werd niet meer gescoord. Barça hoopte op een penalty nadat de bal tegen de arm was gekomen van Aurelien Tchouaméni, terwijl Real via invaller Víctor Muñoz nog een dot van een kans kreeg op de gelijkmaker. Beide ploegen konden echter niets meer veranderen aan de 4-3 stand op het scorebord.