Van links tot rechts is de boodschap duidelijk: Europa moet veel meer mineralen uit eigen bodem halen. Het gaat om lithium, strontium, kobalt en nog zo’n dertig grondstoffen. Die zijn volgens de EU cruciaal in het oplopende geopolitieke spel tussen de VS, China en Europa. Ze zijn nodig voor van alles: van zonnepanelen en windturbines, tot wapens en munitie. Dat we deze grondstoffen vooral uit China halen, is een probleem voor Europa.

Een belangrijke oorzaak van die afhankelijkheid is het slechte imago van de mijnbouw in Europa. “Europeanen vinden mijnen smerig, ongezond en iets van vroeger”, zegt Irina Patrahau, grondstoffenanalist bij onderzoeksinstituut HCSS. “Dat leidt ertoe dat plannen voor nieuwe mijnen worden uitgesteld, want burgers komen in opstand.”

Mijnbouw scoort het laagst van alle branches in een internationaal opinieonderzoek naar de maatschappelijke waarde van verschillende sectoren. Zelfs sterke drank en aardolie scoren beter.

Volgens een peiling die Ipsos deed in opdracht van Greenpeace willen zes van de tien Nederlanders het graven naar mineralen uit de zeebodem verbieden.

Jagen op mineralen

Niet iedereen in Europa denkt er zo over. In Zweden is een nieuwe editie van de wedstrijd Mineraljakten (Mineraaljacht) van start gegaan. Burgers, uitgerust met een mobiele applicatie, gaan de natuur in op zoek naar mineralen. Wie iets waardevols vindt, wordt als het meezit door de overheid beloond met 75.000 Zweedse kronen, omgerekend bijna 7000 euro.

“Ik heb tot nu toe één vondst geüpload in de app: hoogstwaarschijnlijk een blok magnetiet, dat ik tegenkwam in het bos”, vertelt Ricky Jatko aan de telefoon. Hij woont in Korpilombolo, een dorpje vlak bij de poolcirkel. Magnetiet is een mineraal dat wordt gebruikt om sterke magneten mee te maken en is uitermate belangrijk voor windturbines.

Jatko zegt dat hij het niet erg zou vinden als er een mijn komt in zijn favoriete wandelgebied. “Er is al zo veel bos en we hebben toch die mineralen nodig.” En mijnen betekenen banen. In Jatko’s deel van Europa komt al 20 procent van het bbp uit de grond.

Achter de mineralenwedstrijd zit de Zweedse regering. Het zoeken naar mineralen door burgers is volgens industrieminister Busch een belangrijke schakel om Europa zelfstandiger te maken.

Mineraljakten ging al in de jaren zestig van start en heeft tot meerdere nieuwe mijnen en miljarden aan omzet geleid. Kan de wedstrijd helpen om Europa minder afhankelijk te maken van China, of is dat vooral grootspraak?

“Het kan zeker vondsten opleveren die economisch interessant zijn om te exploiteren”, zegt Tobias Schmiedel, onderzoeker minerale grondstoffen aan de TU Delft. Maar de grote waarde van de wedstrijd zit volgens hem in iets anders.

“Een nieuwe mijn staat of valt met de publieke opinie in de nabije omgeving. De mineraaljacht is een goed voorbeeld van citizen science, wat ervoor zorgt dat de lokale bevolking betrokken raakt bij het proces. Dan staan ze veel positiever tegenover mijnen”, zegt Schmiedel. “Vergelijk dat eens met een bedrijf uit Australië dat stenen komt onderzoeken en een mijn wil openen die alleen ten goede lijkt te komen aan iemand in het buitenland – dat veroorzaakt veel meer scepsis.”

‘Willen geen krimp’

Animo creëren voor mijnbouw is ook een uitgesproken overheidsdoel met Mineraljakten. Misschien is het gelukt: in Zweden staat twee derde van de bevolking positief tegenover mijnen. Het valt niet te zeggen of dit helemaal door Mineraljakten komt. Dat steeds meer mensen hun inkomen vinden in de mijn draagt er waarschijnlijk wel aan bij: momenteel gaat het om ruim 10.000 banen. Vorig jaar ging nog een nieuwe goud- en zilvermijn open in het noorden van het land.

Maar ook in Zweden is er weerstand. Van milieuorganisaties en van de inheemse Sami-bevolking, die zegt dat hun manier van leven en rendieren houden worden bedreigd. Want mijnbouw gaat altijd gepaard met vervuiling en inbreuk op het landschap, de vraag is hoeveel.

Irina Patrahau van HCSS vindt het hypocriet dat Europeanen geen mijnen willen in eigen land. “Burgers en regeringen in Europa willen niet minder consumeren en geen economische krimp. Maar al die materialen moeten wel ergens vandaan komen.”

Milieu- en arboregels voor mijnbouw zijn veel minder streng in China en landen in Afrika, zegt Patrahau. Mensenrechtenorganisaties berichten al jaren dat kinderen op grote schaal worden ingezet in lithiummijnen, onder meer in Nigeria. Die grondstof wordt vervolgens gebruikt in elektrische auto’s.

Import van mineralen brengt ook nog transporten met zich mee. Patrahau: “Onder de streep zorgen deze factoren samen voor meer uitstoot, vervuiling en menselijk lijden.”

Het lukt weliswaar steeds beter om al gemijnde mineralen te hergebruiken uit afval, zoals oude computers en telefoons. Maar het is nog steeds verre van genoeg om Europa in de huidige en toekomstige mineraalbehoefte te voorzien, volgens International Energy Agency.

Door Haluk