Na vier decennia van gewapend conflict met de Turkse staat maakte de Koerdische militante beweging PKK vanochtend bekend dat zij zichzelf opheft. De PKK heeft “haar historische missie volbracht”, verklaart de beweging. “De activiteiten die onder de naam PKK werden uitgevoerd, zijn formeel beëindigd.”
Waarom besluit de beweging zichzelf nu op te heffen? Vier vragen.
Wat is de geschiedenis van de strijd?
De PKK werd in 1978 opgericht, met Abdullah Öcalan als leider. De groep hing het marxisme-leninisme aan en kwam in opstand tegen discriminatie van en ongelijke rechten voor Koerden. De PKK streefde aanvankelijk naar een onafhankelijke staat voor de etnische groep die naar schatting 40 miljoen mensen telt, verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije.
Toen het Turkse leger in 1980 een staatsgreep pleegde, volgden jaren van nietsontziende repressie. De Koerdische cultuur werd keihard onderdrukt. Het bleek de perfecte voedingsbodem voor gewapend verzet.
In 1984 begon de PKK een guerrilla-oorlog tegen de Turkse staat. Eind jaren 80, begin jaren 90 kende de beweging haar hoogtepunt en had ze grote delen van het zuidoosten van het land onder controle. PKK-zelfmoordaanslagen op Turkse militairen en politie waren aan de orde van de dag.
Het Turkse leger sloeg keihard terug. Aanvankelijk speelde het conflict zich vooral af in het zuidoosten van Turkije, later ook in Noord-Syrië en Noord-Irak. De strijd tussen Turkije en de PKK heeft inmiddels tienduizenden levens gekost.
Hoe is de PKK door de jaren heen veranderd?
Veertig jaar later is er van die PKK nog weinig over. PKK-leider Öcalan werd in 1999 opgepakt in Kenia bij een Turkse operatie in samenwerking met de Amerikaanse CIA. Hij zit nog altijd vast, maar bleef de enige politieke en ideologische leider.
Hoewel de PKK nooit helemaal gestopt is met het plegen van aanslagen, is de beweging op militair vlak enorm verzwakt. Toen de strijd in 2015 en 2016 oplaaide, wist het Turkse leger de meeste militanten te verdrijven naar Noord-Irak en Noord-Syrië. Daar voert het Turkse leger nog altijd aanvallen uit.
In gevangenschap zou Öcalan milder zijn geworden. Volgens hem werd de gewapende strijd destijds vooral gevoerd “vanwege het feit dat de kanalen voor democratische politiek gesloten waren”. Tegenwoordig vindt hij naar eigen zeggen dat verandering het best binnen de democratische kaders bereikt kan worden. De PKK streeft volgens Öcalan niet langer naar een eigen staat, maar naar meer autonomie en rechten.
De meeste Koerden delen die mening tegenwoordig, zegt Alp Yenen, docent moderne Turkse geschiedenis en cultuur aan de Universiteit Leiden. “De overgrote meerderheid van de Koerden is niet geïnteresseerd in gewapend verzet; ze willen rechten en democratie. Ze geloven dat daar pas ruimte voor komt als de PKK de wapens neerlegt.”
Waarom besluit de PKK zich nu op te heffen?
Zo’n besluit leek lang ondenkbaar, maar een aankondiging in oktober vorig jaar bracht daar verandering in. Devlet Bahceli, leider van de ultra-nationalistische partij MHP en coalitiegenoot van Erdogan, stelde voor dat Öcalan vervroegd kon vrijkomen als hij de PKK zover kon krijgen om de wapens neer te leggen.
Afgelopen februari kwam vervolgens een historische oproep. Vanuit de gevangenis vroeg Öcalan de Koerdische militanten de wapens neer te leggen. Die oproep werd vorige week herhaald bij een PKK-partijcongres in Noord-Irak. Vanochtend werd het einde van de PKK formeel aangekondigd.
Voor Erdogan zou een einde aan het conflict goed uitkomen, zegt Yenen. “Mogelijk wil Erdogan de geschiedenis ingaan als degene die vrede met de Koerden wist te stichten.”
Daarnaast speelde de val van het Assad-regime in Syrië een rol. In Noord-Syrië hebben Koerdische groepen een vorm van autonoom bestuur. Turkse en Syrische Koerdische strijders hebben nauwe banden met elkaar. Ankara ziet de YPG, de Koerdische militie in Syrië, als de Syrische tak van de PKK en dus als een bedreiging voor Turkije.
De nieuwe leider van Syrië wil echter dat de Koerdische militanten worden ontwapend en zich aansluiten bij een nieuw Syrisch nationaal leger. Dan zou Turkije de strijd in Syrië kunnen staken, lijkt het idee.
Wat gaat er nu gebeuren?
Hoe de ontmanteling van de beweging – inclusief de vernietiging van PKK-wapens – moet verlopen, werd niet meteen duidelijk. Koerdische politici hopen dat het besluit de weg vrijmaakt voor een nieuwe dialoog. Erdogans AK-partij verwelkomt de opheffing, maar het is onduidelijk of de Turkse regering concessies heeft gedaan.
“Het kan niet zo zijn dat het om een eenzijdige deal gaat”, zegt Yenen. “Zo moet afgesproken worden wat er gebeurt met overgebleven strijders en de militaire leiding van de PKK, die zich nu in Noord-Irak verschanst.”
Ook blijft het de vraag of Öcalan vrijkomt. In de verklaring van de PKK staat dat hij de onderhandelingen moet leiden, maar Yenen acht het onwaarschijnlijk dat hij op vrije voeten komt. “Voor Koerden is Öcalan extreem belangrijk, maar in de rest van Turkije staat hij te boek als terroristenleider. Daar zouden ze het niet accepteren dat hij wordt vrijgelaten.”