“Oef, ik moet er niet aan denken! Ik kom uit het oosten, hè.”
Het antwoord is duidelijk als Wieke Kaptein, geboren en getogen in Hengelo, wordt gevraagd of ze vaak Londen in gaat. Liever gaat ze wandelen met haar hond of koffiedrinken in het kleinere Cobham, vlak buiten Londen, waar het trainingscomplex van haar club Chelsea ligt.
We spreken de 19-jarige Kaptein in een restaurantje in datzelfde Cobham. Ze heeft net een persdag achter de rug voor de FA Cup-finale van komende zaterdag, Chelsea-Manchester United. Het is haar laatste interview van de middag. “Even schakelen naar het Nederlands, hoor.”
Kapteins eerste seizoen in Engeland zit er dus bijna op. Een jaar dat de verwachtingen overtrof. “Als dit een jaar was geweest om te wennen, was ik ook tevreden geweest. Maar tijdens de eerste voorbereidingen van het seizoen merkte ik al dat ik aan kon haken en dat het goed ging. Dan wil je als topsporter ook meer. Ik voelde dat ik er klaar voor was en het aankon.”
Dat zag haar trainer Sonia Bompastor ook. Hoewel Kaptein bij Chelsea een sterrenensemble binnenstapte, speelde de middenvelder driekwart van de competitiewedstrijden en kwam ze als enige Chelsea-speelster in alle tien de Champions League-duels in actie.
Chelsea won voor de zesde keer op rij de titel in de Women’s Super League, algemeen beschouwd als de moeilijkste vrouwenvoetbalcompetitie van Europa.
“Ik vind het wel belangrijk dat iedereen weet dat het niet normaal is om zo vaak kampioen te worden en ik probeer dat ook te laten blijken aan de rest van het team. Maar ik denk dat ze dat zelf ook wel weten, hoor. We hebben het goed gevierd.”
Enige smet op het seizoen? Wéér geen Champions League, de enige prijs die nog ontbreekt in de goed gevulde prijzenkast van the Blues. In de halve finales verloor Chelsea twee keer afgetekend met 4-1 van Barcelona.
“Die zijn net iets verder op voetballend gebied, we kwamen tekort. Ik had alleen niet verwacht dat het verschil zo groot zou zijn. Maar ik heb echt het gevoel dat we de Champions League kunnen winnen met Chelsea.”
Oranje-internationals in de buurt
Voetballend gaat het Kaptein dus voor de wind en ook privé aardt ze goed in Engeland. Mede dankzij de flinke groep Nederlanders die ook in de hoofdstad voetbalt.
“Marisa Olislagers is één van mijn beste vrienden, we woonden samen toen we nog bij FC Twente voetbalden en toen klikte het meteen. Ze is echt een soort grote zus voor me en woont nu een uurtje verderop (Olislagers speelt bij Brighton & Hove Albion, red.). Op vrije dagen ben ik vaak met haar of met Victoria (Pelova, voetbalt bij Arsenal, red.).”
Met die laatste gaat ze een drukke zomer tegemoet bij het Nederlands elftal. Eerst de Nations League-duels tegen Duitsland en Schotland, eind deze maand. Daarna het EK in Zwitserland.
Wat Kaptein betreft wordt haar seizoen dan nóg specialer: “Ik zeg het nooit, maar we hebben écht een heel goed team dit jaar. Niet alleen de basiself, maar ook de mensen op de bank.”
“Wissels maken het verschil op een toernooi. Dat was ook zo in 2017, toen Nederland Europees kampioen werd. Ik heb er een goed gevoel over. Maar…”, zegt Kaptein lachend na dit drukke jaar, “ik heb wel zin in vakantie eerst, hoor.”