Studentensport in Nederland staat op de tocht. Zo’n 123.000 studenten dreigen hun sportfaciliteiten te verliezen door (veel) hogere kosten, als gevolg van strengere regels voor de financiering van studentensportcentra.
Hiervoor waarschuwen belangenorganisaties Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), Universiteiten van Nederland (UNL), Studentensport Nederland, de Vereniging Hogescholen en sportkoepel NOC*NSF in een gezamenlijke verklaring.
Ze roepen de Tweede Kamer op om de verscherpte beleidsregels terug te draaien. Een petitie tegen de plannen is inmiddels 21.000 keer getekend.
“In een tijd waar studenten te maken krijgen met veel prestatiedruk is het juist belangrijk dat zij in beweging blijven. Nooit was studentensport een probleem, maar nu opeens houdt de minister dit tegen”, zegt Mylou Miché, voorzitter van het ISO. “Heel jammer, want sport heeft juist meerwaarde voor studenten.”
Hogere prijzen abonnementen
Het aangescherpte beleid van onderwijsminister Bruins komt erop neer dat universiteiten en hogescholen niet meer mogen investeren in sportfaciliteiten als deze niet direct met onderwijs te maken hebben.
Volgens Bruins vallen sportvoorzieningen onder “private activiteiten”, wat betekent dat ze geen deel meer uitmaken van de bekostigde taak van onderwijsinstellingen.
Sportcentra zullen hierdoor zelf voor meer inkomsten moeten zorgen, en dat kan leiden tot fors hogere prijzen voor abonnementen. Dit zou voor studenten, die nu veel lagere tarieven betalen, te duur worden. Ook het voortbestaan van meer dan 400 studentensportverenigingen staat op de tocht.
Een van de plekken waar het om gaat is multisportcentrum Olympos op het Utrechtse Science Park. Je kunt er meer dan 70 sporten beoefenen, waaronder tennissen, klimmen en squashen.
Volgens studenten die er vanmiddag aan het beachvolleyballen waren maakt juist die veelzijdigheid het zo aantrekkelijk. “Het sporten komt hier eigenlijk op de tweede plaats, op de eerste plaats draait het hier om de gezelligheid. Het is heel leuk dat je na afloop in het sportcafé zit met hockeyers, tennissers. De derde helft maakt hier ook het verschil.”
Voorzitter Luuk Minnaar van Studentensport Nederland ziet dat ook. “Studentensport is een verrijking voor je studieperiode. Niet alleen de sport blijft een leven lang bij je, ook de ervaringen en vriendschappen die op worden gedaan. Het zou een ramp zijn als de sportcentra van dit beleid de dupe worden en hiermee alle aangesloten sporters en 400 verenigingen.”
Uitzondering maken
Caspar van den Berg, voorzitter Universiteiten van Nederland, noemt studentensport essentieel voor het welzijn en de studieresultaten van studenten en vindt het cruciaal dat universiteiten hierin kunnen blijven investeren. “Deze beleidsregel maakt dat echter vrijwel onmogelijk.”
Er is een mogelijkheid om een uitzondering te maken voor sportvoorzieningen, staat in een advies van de landsadvocaat. De betrokken belangenorganisaties roepen de Tweede Kamer op om deze uitzondering toe te passen, zodat studenten niet de dupe worden van het veranderde beleid.