Maarten Bouwknecht weet dat hij grote schoenen moet vullen. Nu Arvin Slagter is gestopt als 3×3 basketballer neemt Bouwknecht de plek in van de olympisch kampioen bij Team Amsterdam Rabobank, waarmee hij komend weekeinde meedoet aan de World Tour Masters op de NDSM-werf in Amsterdam.
Maar druk voelt hij niet. “Het was voor ons wel een klap dat iemand van Arvins kaliber besloot te stoppen, al weet je dat het een keer zou gaan gebeuren. Maar ik heb niet het gevoel dat ze denken; zo, nu is het aan jou.”
Veel reizen, nieuwe landen ontdekken, het nomadenbestaan als 3×3-basketballer bevalt hem: “Het zijn leuke jongens waar ik mee speel, je ziet veel van de wereld. Nee, ik heb niets te klagen.”
De 30-jarige Bouwknecht is ’the new kid on the block’. Althans voor de buitenwacht, want hij draait al sinds de zomer van vorig jaar volwaardig mee in het 3×3-programma van de Nederlandse Basketball Bond, een maand voordat bij de Spelen basketbalhistorie werd geschreven met olympisch goud.
‘Gevoelsding’
Een jaar eerder twijfelde de guard nog of hij de overstap moest maken. Hij speelde bij ZZ Leiden in de BNXT League in het traditionele 5-tegen-5 basketbal, dat hem drie landstitels, vier nationale bekers en drie Supercups bracht.
“Ik hing toen veel aan de telefoon met Arvin, Worthy en bondscoach Aron Royé, die me er graag bij wilde hebben. Ik vond het interessant, maar wist niet of ik 5-tegen-5 al wilde verlaten. Uiteindelijk heb ik de stap toch gezet.”
“Een gevoelsding”, noemt Bouwknecht het. “Ik merkte dat ik in 3×3 net iets meer plezier had. Daar heerst nog meer het teamgevoel, je bent net iets hechter, omdat je zoveel met zijn vieren op pad bent. En je speelt voor je gevoel bijna elke week ergens op de wereld een finale.”
Maar een makkelijke beslissing was het niet. “De zekerheid achterlaten vond ik lastiger dan de redenering erachter. Want ik wist dat dit de beste keuze zou zijn. Het toegeven was moeilijker dan het opgeven.”
Wapen
Bouwknecht stond in 5-tegen-5, met zijn afstandsschot als wapen, bekend als een lefgozer die niet schroomde moeilijke schoten te nemen. In 3×3 levert hem dat nooit boze blikken op. “Je bent hier vrijer. Je maakt geheid fouten in een wedstrijd. Maar omdat je zo hecht bent, worden die sneller van elkaar geaccepteerd.”
Wat hij toevoegt aan Team Amsterdam? “Creativiteit, op mijn eigen manier. Ik kan goed samenspelen én mijn eigen schoten creëren. Verdedigend moet ik veel meer druk zetten, zodat tegenstanders niet op adem kunnen komen.”
Er is genoeg ruimte voor verbetering in het team nu Slagter er niet bij is. “We moeten doorgaan, al vraagt het wel om een andere speelstijl. In centimeters zijn we letterlijk iets kleiner. Daardoor spelen we met wat meer agressiviteit en moeten we het meer van onze beweeglijkheid en snelheid hebben.”
“Dat heeft voor- en nadelen, maar we zijn goed gestart en hebben meteen al tegen de verwachtingen in laten zien dat we echt meedoen”, zegt Bouwknecht, doelend op de verloren finales in Utsunomiya (Japan) en Chengdu (China) bij de eerste twee World Tours.
Olympische droom
Het gouden schot van De Jong herinnert hij zich nog als de dag van gisteren. “Ik stond zo’n beetje in de televisie thuis en kon bijna niet geloven wat er gebeurde. Ik heb er nog steeds geen woorden voor. Hoe dan?”
Hoe zit het eigenlijk met zijn eigen olympische aspiraties? “Of ik olympisch droom durf ik nu nog niet zo goed te zeggen. Eerst maar kijken hoe het voelt. Zou ik het heel graag willen? Absoluut. Daar ga ik me honderd procent voor geven. Of het lukt, weten over drie jaar.”