De meeste mensen in Nederland zijn redelijk tevreden met hun leven. Vorig jaar gaf ruim 85 procent van de bevolking het eigen leven een 7 of hoger. Ook met deelaspecten zoals hun werk, woonsituatie en vrije tijd tonen ze zich tevreden.

Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek in zijn jaarlijkse rapport over de zogenoemde brede welvaart. Dat gaat over zaken als welzijn, materiële welvaart, gezondheid, werk en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu.

Drie jaar geleden was er veel ophef over het concept van de zeven vinkjes, bedacht door journalist Joris Luyendijk. In een boek presenteerde Luyendijk een lijst met zeven criteria (vinkjes) die ervoor zouden zorgen dat iemand een beter leven kan leiden in Nederland. Volgens Luyendijk ging dat om zaken zoals geslacht, land van herkomst, herkomst van de ouders en opleidingsniveau.

Het welvaartsonderzoek van het CBS bevestigt grotendeels Luyendijks theorie: op groepsniveau ervaren mannen die hoogopgeleid zijn en in Nederland zijn geboren uit Nederlandse ouders de hoogste mate van brede welvaart. Mensen in deze groep leven vaker in goede gezondheid, ze zijn meer tevreden met hun werk en ze hebben meer vertrouwen in mensen dan andere groepen.

Herkomst het meest bepalend

Vrouwen scoren over de breedte een beetje lager wat betreft brede welvaart dan mannen, vooral als het gaat om ervaren gezondheid en het hebben van een eigen inkomen.

Maar de grootste bepalende factor voor welvaart is waar iemand is geboren en waar diens ouders vandaan komen. Mensen geboren buiten Europa scoren van alle groepen het laagst wat betreft brede welvaart in Nederland. 40 procent van mensen in deze groep worstelt op meerdere vlakken van het leven, zoals inkomen, betaald werk en vertrouwen in de medemens.

Door Haluk