“Ik heb lang niet geloofd dat het beter kon worden, maar nu mag ik zelf ervaren dat dat wel kan.” Manel de Swart kampte jarenlang met depressies en suïcidale gedachten, maar nu staat ze weer sterker in het leven. “Ik ben niet 24/7 gelukkig, maar ik kan het leven weer mooi vinden en durf weer naar de toekomst te kijken.”

“Het gaat met ups en downs, maar het geeft veel hoop dat ik dat af en toe kan voelen”, vertelt ze in een openhartig gesprek. Ze deed een aantal zelfdodingspogingen, maar heeft nu een goed behandelteam met mensen die ze vertrouwt, bij wie ze zich veilig voelt om het diepere gesprek aan te gaan. “Toen bleek dat ik onderliggende traumaklachten had, waardoor ik steeds weer in suïcidale gedachten terechtkwam”, vertelt de nu 31-jarige Manel. “Door de vertrouwensband durf ik meer te bespreken, waardoor het beter aanslaat.”

Negatieve spiraal

Het aantal zelfdodingen bij vrouwen onder de 30 is de afgelopen vijftien jaar gestegen, vorig jaar waren het er met 117 meer dan ooit. Het totale aantal is ongeveer gelijk gebleven, blijkt uit cijfers van het CBS. “Er is geen eenduidige verklaring voor te geven”, zegt Renske Gilissen, hoogleraar suïcidepreventie aan de Universiteit Leiden en hoofdonderzoeker bij Stichting 113 Zelfmoordpreventie. “Daardoor is er ook geen eenvoudige oplossing.”

“Bij jonge vrouwen, bijvoorbeeld in de puberteit, gaat het vaak om psychische problemen, veel langdurig zorggebruik ook, maar passende zorg is lastig te vinden”, zegt Gilissen. “Ook wordt de kloof met de ouders steeds groter. Daarnaast communiceren ze veel over suïcidaliteit, maar niet per se op de goede manier.”

Ze wijst erop dat jongeren vaak naar bevestiging zoeken van vrienden en leeftijdgenoten, maar daarmee in een negatieve spiraal terecht kunnen komen. “Via sociale media vinden ze elkaar makkelijk.”

Van het kastje naar de muur

Manel herkent zich in dat beeld. Ze kwam als tiener al in de hulpverlening terecht vanwege een eetstoornis en depressieve klachten. “Maar ik ging van de ene behandeling naar de andere, waardoor de klachten verergerden. Ik heb het lang uitzichtloos gevonden en wilde niet meer leven, dacht het heeft geen zin meer, het wordt nooit beter.”

“Het was heftig, voor mezelf, maar ook voor mijn naasten.” Wat ze miste in die tijd was begrip. “Ik voelde me erg alleen.”

Ook de contacten die ze had op sociale media deden haar geen goed. Pas toen ze er met haar behandelaar over ging praten, besefte ze hoeveel negatieve invloed die hadden en dat het niet hielp. “Ik had dat in eerste instantie niet door. Het was normaal geworden. Ik was het kwijtgeraakt om leuke dingen te doen met vriendinnen.”

Praat erover

Om aan die negatieve algoritmes op sociale media te ontsnappen raadt ze jonge meiden aan om erover te praten. “Het is moeilijk om eruit te komen als je er elke dag mee geconfronteerd wordt als je je telefoon opent.”

“En als je niet met je omgeving durft te praten, dan via de huisarts, school of 113. Ik heb zelf op Insta iedereen ontvolgd en volgers verwijderd, omdat ik niet meer aanwezig wilde zijn in dat wereldje.”

Volgens hoogleraar Gilissen is mentale aandacht voor jongeren belangrijk, thuis en op school. Vaak weet de omgeving niet goed hoe ze erover moeten beginnen als ze zien dat het niet goed met iemand gaat. Voor jongeren is er informatie te vinden op injebol.nl en voor ouders staan er trainingen op vraagmaar.nl. Dat kan helpen om een gesprek te voeren, zegt ze.

Manel leidt door haar behandeling weer een normaal leven, met sport en studie. “Dan kom je weer in aanraking met mensen die niet met mentale problemen bezig zijn, je kunt je weer normaal voelen en gezien worden om wie je bent.”

En ze kan ze weer liefde voelen voor haar dochter van 5. “Ik was ook de verbinding met haar verloren. Dan vraag je je ook af of het leven nog goed is. Door die liefde te voelen, maakt dat het leven weer veel meer waard.”

Door Haluk