Een tijdje minder race-spikes, camera’s en volle stadions hebben Femke Bol goed gedaan. De Nederlandse topatlete op de 400 meter horden loopt vandaag bij de Diamond League-wedstrijd in Rabat haar eerste race van het seizoen na een langere rustperiode dan normaal.
Tot rust komen na de Olympische Spelen van Parijs en mentaal klaarmaken voor een nieuw seizoen en de volgende strijd met concurrent Sydney McLaughlin, dat was het idee.
Break
“Noodgedwongen was het niet”, vertelt Bol in de Marokkaanse hoofdstad. “Maar ik dacht: laat ik het nu doen voordat het ooit ‘moet’. Nu dacht ik: ik ben bang dat het mij ooit te veel gaat worden en deze break gaat mij helpen dat het niet zover komt. Het moest niet, maar het was heel fijn dat het zo kon.”
Een jaar ouder, een jaar wijzer, is Bol weer scherp. “Mentaal voel ik mij fris en uitgerust. Ook omdat ik geen indoor heb gedaan, heb ik langer de tijd gehad.” Bol liep individueel niet indoor, maar ging trainen, hard trainen, en dat gaf rust. “Ik hoefde niet steeds te kijken: ben ik beter of minder goed dan vorig jaar?”
Dit seizoen draait alles om die ene dag in september, op de WK in Japan. Daar moet alles weer samenkomen. Daar moet Bol de teleurstelling van het verlies tegen McLaughlin in Parijs weglopen. Daar moet Bol haar grote rivaal wél verslaan.
Moet, moet, moet. En elke keer weer die Sydney McLaughlin. Wordt Bol er niet een keer knettergek van? Dat valt mee.
“McLaughlin blijft de allerbeste atlete ooit op mijn discipline. Dus dat mensen ons constant vergelijken, is een compliment. Zij heeft ons onderdeel naar zo’n hoog niveau gebracht. Het is bijzonder om in deze generatie te zitten met zo’n hoog niveau.”
Geobsedeerd achter de Amerikaanse aan hollen, dat heeft volgens Bol geen zin.
“Ik zie het niet als: ik moet het gat met haar dichten. Natuurlijk leer ik van haar, ik kijk naar haar. Maar het heeft geen zin om op haar te fixeren. Ik probeer zelf constant sneller te lopen.”
En dat is altijd Bols doel, ook dit jaar weer: zelf nog sneller worden. “Het is op een gegeven moment niet meer zo makkelijk als mijn persoonlijk record zo strak staat als nu. Maar we hopen weer ergens een tiende of twee tienden te vinden om harder te lopen.”
Veertien passen en ander startbeen
“Je kijkt elk jaar waar je kunt verbeteren”, vertelt ze over haar favoriete 400 meter horden. “De tweede bocht kon beter. De tijden daar waren niet zo goed als de 100 meter ervoor en de 100 meter erna.”
De conclusie na een analyse met coach Laurent Meuwly: veertien passen tot aan horde zeven is een horde te veel. Een aanpassing was nodig. Daarom loopt Bol veertien passen tot aan horde zes. Daarna worden het vijftien passen, of meer, afhankelijk van de tegenwind en de vermoeidheid.
Maar wil Bol de laatste tweehonderd meter nog steeds met haar voorkeursbeen eerst over de horden springen, dan moet ze starten met haar andere been voor, en dat is anders dan ze afgelopen jaren gewend was. Best een ommezwaai, maar het bevalt.
“Het lijkt erop dat ik beter uit de blokken ben met mijn andere been. Het was nooit mijn sterkste punt. Voor mij voelt het comfortabel, maar ik moet nog wel veel nadenken. Het is een automatisme dat ik nu omgooi. Maar ik voel mij er wel goed bij.”
Of Bol ook direct sneller loopt, moet blijken in Rabat. “Spannend, maar het is ook de eerste wedstrijd, dus wie zegt dat ik gelijk sneller ben?”
Hoge verwachtingen zullen niet verdwenen zijn. Bol is sinds 2020 ongeslagen in de Diamond League: ze won 24 keer de 400 meter horden en één keer de 400 meter vlak. “Het gaat er steeds meer over”, merkt Bol. “Alsof mensen aan het wachten zijn: tot wanneer gaat deze reeks door?”
Zelf zoekt Bol in details naar nieuwe uitdagingen. Op trainingen bijvoorbeeld, met hier en daar een beloning voor een kleine verbetering. Zoekend naar zulke nieuwigheden houdt Bol haar hoofd fris.
“Het is lekker voor je lijf en voor je hoofd om het soms net even iets anders te doen. Dit jaar start ik ook voor het eerst mijn seizoen in Rabat. Op een nieuwe plek, een land waar ik al heel lang heen wilde.”
Op naar 2028?
Verder vooruitkijken dan dit seizoen doet Bol niet. “Dit jaar gebruik ik om níét over de Spelen van 2028 na te denken.” Dat komt volgend seizoen wel weer. Ook het lopen op andere afstanden is een zorg voor later.
Volgens coach Meuwly kan Bol ook uitstekend een 800 meter lopen. Lachend: “Hij zegt wel meer, ja. Voor nu vind ik de 400 meter horden nog een superleuke uitdaging, mijn favoriete ding.”