Dinsdag besloot de Europese Unie dat er een onderzoek komt naar de vraag of Israël nog voldoet aan de voorwaarden voor samenwerking. Voor het eerst neemt de EU hiermee een kritischer houding aan tegen Israël. Het initiatief van minister Caspar Veldkamp kreeg pas op het allerlaatste moment genoeg steun, blijkt uit gesprekken met betrokkenen.
EU-diplomaten zijn verrast door de grote hoeveelheid landen die zich uiteindelijk achter het Nederlandse voorstel schaarden. Voor de vergadering van de 27 ministers van Buitenlandse Zaken begon, werden de verwachtingen nog getemperd. Veldkamp wist niet zeker of de intensieve lobbycampagne die Nederland voerde, succesvol zou zijn. Het was spannend.
Zo’n voorstel brengt ook diplomatieke risico’s met zich mee. Als het mislukt, ziet Israël dat mogelijk als vrijbrief om zich niet in te houden. Dat gevaar nemen diplomaten voor lief.
Veel koffiedrinken
Het onderzoek is niet Veldkamps eigen idee. Vorig jaar februari al deden het pro-Palestijnse Spanje en Ierland eenzelfde voorstel. In de Tweede Kamer vragen GroenLinks-PvdA en CDA er al langer om.
Blijkbaar vindt de minister de tijd nu wél rijp: hij schrijft zijn brief aan buitenland-chef Kallas op 6 mei. Om zoveel mogelijk aandacht te krijgen, wordt de brief eerder al gegeven aan de Engelstalige website Politico, die door iedereen in de Brusselse bubbel gelezen wordt.
Daarmee is de campagne begonnen. In Den Haag en Brussel begint de diplomatieke machine te draaien. Het is zaak zoveel mogelijk landen achter het voorstel te krijgen, en dat betekent veel koffiedrinken om te horen onder welke voorwaarden Europese hoofdsteden bereid zijn zich erbij aan te sluiten.
Duitsland belangrijk
Aan landen als Hongarije en Tsjechië, die Israël onvoorwaardelijk steunen, besteden de campaigners geen energie. Uitgesproken pleitbezorgers van de Palestijnse zaak als Ierland en Spanje behoeven ook geen aandacht.
Belangrijk is de grote groep landen in het midden te overtuigen en EU-leden als Polen en Frankrijk mee te krijgen. Als die grote landen meedoen, laten de kleintjes zich makkelijker overhalen. Het belangrijke Duitsland, dat gezien zijn geschiedenis sowieso geen steun geeft, wordt op de hoogte gehouden.
Het blijkt moeilijk, de teller blijft in eerste instantie steken op ongeveer zeven landen die willen steunen. Extra aandacht gaat uit naar Frankrijk. Als president Macron half mei op televisie begint over het Nederlandse voorstel, krijgen diplomaten meer vertrouwen dat het iets kan worden met het ‘Caspar proposal’, zoals het in de hoofdsteden inmiddels is gaan heten.
Net als in Nederland ligt kritiek op Israël ook in andere landen binnen regeringscoalities gevoelig. Veldkamp hoort van diplomaten en ambtenaren welke minister van welke partij in welk land nog een extra telefoontje of appje nodig heeft om overstag te gaan.
Chagrijnige appjes
Veel tijd is er niet. De vergadering waar het voorstel besproken wordt, is al twee weken nadat de brief gestuurd is. En Israël is volop bezig met een diplomatiek tegenoffensief.
Volgens de Israëlische krant Yedioth Ahronot belt buitenlandminister Gideon Sa’ar met zijn EU-collega’s om hen ervan te overtuigen het Nederlandse voorstel te torpederen. Onder meer Duitsland, Hongarije, Tsjechië, Italië en Griekenland staan op zijn bellijstje. Ook buitenlandchef Kaja Kallas krijgt een telefoontje, Veldkamp ontvangt chagrijnige appjes.
Voor de vergadering zijn Israëlische functionarissen nog hoopvol dat het voorstel het niet gaat halen. EU-diplomaten gissen naar de afloop. Gaan de landen die steun beloofd hebben ook echt ‘leveren’?
Penaltyreeks
Er is een strategie voor de vergadering bedacht: zoveel mogelijk landen die positief zijn meteen al kleur laten bekennen, zodat het gevoel ontstaat dat er brede steun is. “Je wil ook als eerste beginnen met een penaltyreeks”, zegt een betrokkene. En dus staat het opeens ‘5-0’. Een minister in de zaal uit een grotere lidstaat meent dan nog steeds dat het niet gaat lukken. “We hebben alle voorstanders nu wel gehad”, meldt hij.
Maar het beeld kantelt, uiteindelijk stemt een volgens buitenlandchef Kallas “overweldigende meerderheid” van zeventien landen in. Grootste verrassing is Oostenrijk. Het land is vanwege zijn beladen geschiedenis van antisemitisme altijd zeer voorzichtig met kritiek op Israël.
De Nederlandse lobby richtte zich niet specifiek op dat land, diplomaten denken dat het geen haalbare kaart is. Een inschattingsfout. “Israël moet voldoen aan het internationaal humanitair volkenrecht, dat is voor ons altijd een rode lijn geweest”, zegt de Oostenrijkse minister de volgende ochtend op de radio.
Knauw in relatie
Het laat zien dat in de EU het geduld met Israël op raakt. Maar het helpt dat Nederland het initiatief nam, zeggen diplomaten, want Nederland staat bekend als goede vriend van Israël. Dat maakt het voor andere landen makkelijker zich aan te sluiten. En met zoveel steun kan de Europese Commissie een onderzoek niet meer tegenhouden, hoewel bekend is dat voorzitter Von der Leyen het niet ziet zitten.
Israël reageert boos. De woordvoerder van de minister van Buitenlandse Zaken zegt op X dat de EU alleen Hamas in de kaart speelt en roept de Europese landen op de druk op de terreurorganisatie op te voeren in plaats van Israël te bekritiseren.
Diplomaten weten dat de relatie tussen Nederland en Israël een knauw krijgt. Maar bij Buitenlandse Zaken schatten ze in dat er geen diplomatieke repercussies komen. Veldkamp heeft zijn Israëlische collega op de hoogte gehouden van zijn plannen.
Nederland boekt succes in Brussel, maar het is niet gepast dat echt te vieren, zeggen diplomaten. Daarvoor is de situatie in Gaza te dramatisch. Onduidelijk is hoe het verder gaat. Hoelang gaat het onderzoek duren? E, als de uitkomsten negatief zijn voor Israël, wat gebeurt er dan? Maar het taboe dat je geen kritiek op Israël mag leveren is doorbroken, klinkt het.