Max Verstappen verwacht niet veel verschuivingen door de nieuwe regels die dit weekend in Barcelona worden toegepast. “Het zal invloed hebben op de balans van de auto, maar ik verwacht geen grote verschillen in rondetijden”, zegt de Nederlandse coureur.
Het verschil met de nummer één in het kampioenschap, Oscar Piastri, bedraagt 25 punten. En ook de nummer twee van McLaren, Lando Norris, ligt ruim voor op Verstappen. Toch leek er hoop te gloren nu dit weekend de reglementen rond de voorvleugel worden aangepast. Die mogen niet meer zo flexibel zijn als in het verleden en dat zou vooral in het nadeel zijn van McLaren. Verstappen reageert echter nuchter, een beetje zoals we hem kennen.
Het klinkt een tikkeltje berustend ook. McLaren heeft momenteel de betere auto, je zou verwachten dat Verstappen hoop put uit alles wat de bestaande hiërarchie overhoop kan gooien.
Niet veel plezier
“Ik zie het niet als een gevecht. Ik doe m’n best, ik probeer een beetje plezier te hebben. Het moge duidelijk zijn dat ik tot nu toe niet met heel veel plezier op dit seizoen terugkijk. Ik ben enthousiaster als we heel snel zijn. Dit seizoen waren er goede momenten, maar te vaak hadden we de snelheid niet en dan kan ik ook niet genieten.”
Is dit nog wel de Verstappen die als een angry young man de Formule 1 veroverde en enorm chagrijnig werd als de zaken niet liepen zoals hij wilde? Is die extreme winnaarsmentaliteit aan het verdwijnen? Verstappen: “Zeker niet, daar hoeft niemand aan te twijfelen. Maar genieten doe ik niet. Ik zal dit seizoen niet voor altijd onthouden.”
De wat matte reactie van Verstappen leidt tot scherpere vragen. Gelooft hij nog wel in de titel? “Eigenlijk is die vraag niet relevant. Ik ga naar het circuit en doe mijn best. Jullie hoeven niet te twijfelen aan mijn inzet. Als ik een auto heb die maximaal P5 kan halen dan zet ik ‘m op P5, als ik kan winnen dan win ik. Ik benader het heel eenvoudig. Daardoor vreet het ook geen energie, ik heb veel vrije tijd.”
Juist dat laatste zinnetje blijft nadreunen. Een coureur die geobsedeerd wordt door zijn werk, heeft geen zin in vrije tijd.
De auto van Verstappen functioneert niet goed op stratencircuits en in langzame bochten. Binnen Red Bull wordt er nadrukkelijk gezocht naar de oorzaak van de problemen. Maar kennelijk heeft het team meer tijd nodig.
Verstappen verwacht niet dat er wonderen gaan plaatsvinden in Spanje. Hij zal met heimwee terugdenken aan wonderdokter Adrian Newey. Die wist in zijn tijd bij Red Bull vanaf de tekentafel vaak een droomauto af te leveren. Inmiddels werkt Newey voor Aston Martin en uitgerekend in Monaco – een stratencircuit waar Verstappen zich dus niet thuis voelt, al woont hij er wel – kwam hij Newey tegen.
Verstappen: “Ik herinner me hoe hij was bij ons, maar we moeten er niet bij stilstaan. Hij is weg, ik heb veel respect voor hem. Om hem nu in het groen te zien is gek, maar ik hoop dat hij gelukkig is.”
Of Verstappen hem gaat volgen naar Aston Martin is een mogelijkheid. De Nederlander heeft een clausule in zijn contract dat als Red Bull niet in staat is om een winnende auto te ontwerpen dat hij dan mag hij vertrekken. Zeker met de nieuwe reglementen in aantocht een serieuze optie.
Verstappen heeft altijd aangegeven zeer gelukkig te zijn bij Red Bull, maar de onrustige situatie rond Christian Horner (de teambaas werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag), de leegloop binnen het team en het feit dat hij niet in de beste auto zit, maakt een overstap een stuk aannemelijker.
Berustende houding door vaderschap?
Tel daar zijn wat berustende houding bij op en het is verleidelijk om te denken dat er achter de coulissen al een besluit is genomen over een vertrek naar een ander team. Of moeten we zijn wat laconieke houding verklaren vanuit een verandering in zijn privéleven? Een kleine maand geleden werd hij vader van een dochter. Hij zou niet de eerste coureur zijn die anders in het leven gaat staan door het ouderschap. Toch iets meer relativeren dat rondrijden met extreme snelheden?
Verstappen eindelijk fel: “Nee, dat kan ik prima scheiden. F1 beïnvloedt mijn privéleven niet en andersom ook niet.”