Een giftige cocktail van organisatorische blunders die onvermijdelijk vroeg of laat moest leiden tot een orgie van geweld.
Ja, zegt Theo Reitsma, zo was het. Zoals een Belgische betrokkene het ooit verwoordde is het Heizeldrama van 29 mei 1985 volgens hem treffend weergegeven. “Een bloemrijke omschrijving van een inktzwarte dag.”
Vandaag op de dag af veertig jaar geleden moet de voormalige NOS-commentator vanaf de tribune van het Brusselse Heizelstadion commentaar leveren bij de Europa Cup 1-finale tussen Liverpool en Juventus. Het wordt – vooral – een ooggetuigenverslag een van de grootste stadionrampen uit de historie van het voetbal.
Veldslagen
Dat de veldslagen zouden resulteren in 39 doden en 600 gewonden durft Reitsma niet te vermoeden als hij drie kwartier eerder dan gepland in de ether komt om verslag te doen van hetgeen zich voor zijn ogen afspeelt.
Wel heeft hij een naar voorgevoel. “Het was onbestaanbaar dat het die avond níet fout zou gaan”, luidt ook na vier decennia zijn conclusie.
Nooit wordt duidelijk wat het geweld veroorzaakt. Feit is dat de Belgische autoriteiten op alle fronten tekortschieten.
Pausbezoek
Als gevolg van een verbouwing ligt overal steen en puin voor het oprapen in het 55 jaar oude stadion. Blok Z, het tribunevak dat grenst aan dat van de Liverpool-supporters, is bestemd voor neutrale toeschouwers. Het blijkt bijna volledig bevolkt door buiten Italië woonachtige Juventus-fans. Ze worden slechts gescheiden door een hek van gaas.
Politie is nauwelijks aanwezig in en rond het stadion. Als uitvloeisel van een bezoek van de paus aan Brussel anderhalve week eerder, is het korps van Belgische rijkswachters vrijgesteld van werkzaamheden. Goedwillende reservisten zijn belast met handhaving van de openbare orde.
En als de rellen rond zeven uur ’s avonds uitbreken, heeft de Brusselse burgemeester Hervé Brouhon volgens getuigen in de VIP-ruimte van het stadion al zoveel alcoholische consumpties genuttigd, dat hij niet in staat is om beslissingen te nemen.
Ratten
“We zaten als ratten in de val”, herinnert René Buitenkant zich. Hij bevindt zich samen met drie vrienden in het beruchte Blok Z als Liverpool-supporters de aanval inzetten. In paniek vluchten de Italianen om hen heen naar de onderkant van de tribune om te ontsnappen aan het geweld.
De vier spreken één ding af: “We blijven staan als die Engelsen komen. Dan lopen we maar klappen op. Of we delen ze uit. Dat is beter dan tussen de vluchtende Italianen in de verdrukking raken. Achteraf gezien is dat onze redding geweest.”
Broekriem
Wanneer hij later via de sintelbaan het tribunevak probeert te verlaten, wordt Buitenkant alsnog geplet in de mensenmassa. Hij ligt ondersteboven, weet zich aan de broekriem van een Italiaan op te trekken en slaagt er zo in te ontsnappen.
Ondanks een gescheurde enkelband loopt hij over de sintelbaan naar de perstribune. Daar neemt hij plaats naast Reitsma om voor diens microfoon te vertellen wat zich buiten het zicht van de camera’s afspeelt.
“Op dat moment sijpelden de eerste geluiden door dat er doden te betreuren waren”, aldus Reitsma. “Mijn collega Kees Jansma liep heen en weer naar beneden om mij op de hoogte te brengen van wat daar gebeurde. Ik begreep dat er zich voor mijn ogen iets volkomen idioots afspeelde, maar wat de gevolgen daarvan waren kon ik met geen mogelijkheid overzien.”
Wat hij destijds niet zei, durft hij nu wel te stellen: “Het was volkomen duidelijk dat die Engelsen van alle kanten zwak begeleid werden door de Belgische politie.”
Ladingen drank
“Ze werden al heel vroeg op de dag met grote ladingen drank binnen handbereik op het plein voor het stadion afgezet. Een jaar daarvoor hadden de Liverpool-supporters in Rome rond de Europa Cup 1-finale tegen AS Roma veel problemen gehad met Italiaanse fans. Dat oud zeer zou mogelijk ook hebben meegespeeld.”
Illustratief voor de chaos in het stadion: terwijl Reitsma commentaar geeft, loopt Buitenkant ongehinderd langs de kleedkamers van Juventus en Liverpool. Daar liggen in de gang tientallen dodelijke slachtoffers opgestapeld.
“Er is één beeld dat ik nooit vergeet”, zegt Buitenkant. “Dat van een dode Italiaanse man die daar lag, met een opgezwollen stijve tong die uit zijn mond stak. Toen ik later aan journalisten vertelde wat ik in de catacomben had gezien, wilden die mij aanvankelijk niet geloven.”
Voor de deur van de Liverpool-kleedkamer kijkt een aantal Engelse spelers naar de chaos die heerst, ziet Buitenkant. “Je zag de schrik in hun ogen. Alsof ze wilden zeggen: wat moeten we hiermee? Dat ze niet wisten wat de ernst van de situatie was, zoals ze later beweerden, is echt bullshit.”
Veertien Liverpool-supporters worden uiteindelijk wegens doodslag zonder schuld veroordeeld tot drie jaar cel, een straf die ze slechts gedeeltelijk uitzitten. Een officier van de rijkswacht en twee leden van het organisatiecomité worden in 1988 eveneens schuldig bevonden, zonder strafvervolging. Engelse clubs worden zes jaar lang verbannen van de Europese velden.
In de acht jaar die voorafgaan aan het Heizeldrama, gaat de Europa Cup 1 zeven keer naar een Engelse club. Na het opheffen van de sanctie voor Engelse clubs duurt het tot 1999 alvorens Manchester United het inmiddels tot Champions League omgedoopte toernooi weer in Engelse handen geeft.
De wedstrijd vindt met twee uur vertraging doorgang, mede om die negentig minuten speeltijd te gebruiken om de stoffelijke overschotten buiten het oog van het publiek af te kunnen voeren.
De 1-0 overwinning die de Italianen uiteindelijk boeken dankzij een benutte strafschop van Michel Platini, is ook veertig jaar na dato weinig meer dan een inktzwarte pagina uit de geschiedenis van het Europese voetbal. En vooral: de kroniek van een aangekondigde catastrofe.