Sommige autosportfans komen hier al dertig jaar, spreken van een bedevaartsoord: het circuit de Barcelona-Catalunya.
Vanuit de grote stad is het 45 minuten rijden naar het noorden. Tenminste, als het een beetje doorrijdt. Want zeker als de F1 op bezoek komt, dreigt al snel een verkeersinfarct. De bewoners van het dorpje Montmeló weten wat hen te wachten staat. Auto’s worden in bermen geparkeerd, voortuinen dienen als parkeerplaats.
Niet erg, want extra inkomsten voor de eigenaar van de tuin. Maar hoe groot is de kans dat er een einde komt aan deze traditie?
Madrid op kalender
De organisatie van de Formule 1 Formula One Management is de laatste jaren nadrukkelijk op zoek naar nieuwe locaties. Het draait allemaal om geld, de Amerikaanse eigenaren van de F1 denken commercieel.
Begin vorig jaar werd bekendgemaakt dat vanaf 2026 een nieuw circuit in Madrid aan de kalender wordt toegevoegd. Het contract van het circuit bij Barcelona met de Formule 1 loopt ná 2026 af. Madrid tekende een contract voor liefst tien jaar.
Ronkende teksten in het persbericht: na 45 jaar keert de F1 terug in de Spaanse hoofdstad. Er stond nog net niet; F1 is coming home. Madrid organiseerde voor het laatst een F1-race in 1981. Dat was in een tijd dat de GP van Spanje nogal eens rouleerde tussen verschillende steden. Vanaf 1991 is Barcelona de vaste locatie.
En daar wringt de schoen. Want impliceert de herintreding van Madrid dat Barcelona moet verdwijnen? Formule 1-coureur Fernando Alonso zou het niet accepteren. “Dit is mijn thuisrace. Mijn familie zit hier op de tribune, dat maakt iets extra’s bij me los.”
“Ik ken elke bocht, elke hobbel in het asfalt. Maar dat geldt voor meer coureurs. We komen hier niet alleen voor de race, we hebben hier ook veel wintertests afgewerkt.”
Traditionele circuits koesteren
Om zijn liefde voor het circuit te benadrukken doet de wereldkampioen van 2005 en 2006 er nog een schepje bovenop: “Ik denk niet dat Barcelona van de kalender gaat verdwijnen.”
“Op zich is het prima dat we nieuwe locaties aanboren. Het is ook goed dat we naar landen gaan waar de Formule 1 nog nooit is geweest. Maar het is ook belangrijk om sommige traditionele circuits te koesteren.”
“Barcelona en de F1 horen bij elkaar. Het is geen toeval dat de teams hier graag de wintertests deden. Niet alleen vanwege het klimaat, het circuit is heel allround. Als je auto hier goed is, dan kun je op veel circuits goed uit de voeten.”
Verstappens eerste
Ook voor de Nederlandse racefans is Barcelona een bijzondere locatie. Iedereen herinnert zich hoe Max Verstappen in 2016 als eerste Nederlander ooit een race won. Alleen al daarom zou je kunnen spreken van cultureel erfgoed.
Verstappen: “Het zou voor de Formule 1 toch een verlies zijn. Voor de coureurs, maar ook voor de fans. Op dit circuit is het wel eens lastig inhalen, maar hier liggen voor mij mooie herinneringen.”
Verstappen won er niet alleen in 2016, maar ook de laatste drie jaar. Heel veel Nederlanders bezoeken de race in Spanje, al liepen de aantallen vorig jaar wat terug.
Madrileen Sainz
Die andere Spaanse coureur, Carlos Sainz, moet zich iets tactvoller uitlaten in de discussie. Hij werd immers benoemd tot ambassadeur van de race in Madrid.
Sainz is afkomstig uit de Spaanse hoofdstad en groot fan van Real Madrid. De Williams-coureur omzeilt de lastige klif handig: “Het maakt me altijd blij om hier te zijn.”
“Gisteren was ik nog in de fanzone en daar hing een geweldige sfeer. Ik krijg het hele weekend applaus, dat is toch lekker. Ik ga mijn stinkende best doen hier.” Over Madrid geen woord.
Toch is en blijft de grote vraag: blijft Barelona ook na 2026 onderdeel van de Formule 1? Een teken aan de wand: Madrid krijgt volgend jaar al de naam ‘Grand Prix van Spanje’, Barcelona zal dan vermoedelijk iets worden als ‘Grand Prix de Catalunya’.
Van landelijk gedegradeerd naar regionaal? Zijn het de laatste stuiptrekkingen? Circuit-directeur Pol Gibert: “We hebben in het verleden bewezen dat we onze zaakjes goed voor elkaar hebben. En we hebben de ambitie om daar stug mee door te gaan.”
“Dat Madrid nu erbij komt, is geen probleem. Concurrentie is alleen maar goed. We zijn niet bang, maar hebben juist door onze staat van dienst veel vertrouwen.”
Mogelijk zal de organisatie gaan inzetten op een grand prix om de twee jaar. Bijvoorbeeld door te rouleren met Imola in Italië. Het lijkt de enige mogelijkheid voor om te overleven in de expansiedrift van de Amerikanen.