Zelden is een finale van de Champions League écht de moeite waard. Maar zaterdagavond was een feest voor de liefhebber. Het sensationele voetbal won. Zoals aanvallend spel afgelopen seizoen vaker beloond werd.
Van hakjes tot dribbels, van steekballen tot overstapjes. Met veel beweging, combinaties en diepgang. Zo gaf Paris Saint-Germain les aan Internazionale, dat met 5-0 ondersteboven gevoetbald werd. De club uit Parijs pakte zijn prijzen dit seizoen op de mooist denkbare manier.
En PSG stond daarin allesbehalve alleen, de (lands)kampioenen van 2025 in enkele toonaangevende landen speelden allemaal graag vooruit. Denk aan Liverpool in Engeland. Barcelona in Spanje. Bayern München in Duitsland. En PSV in Nederland.
Dat komt de toeschouwer alleen maar ten goede, zegt ook Marco van der Heide, oprichter van 360 Scouting. “Het is echt leuker om nu naar voetbal te kijken”, aldus de oud-voetballer van SC Cambuur, die in het verleden video-analist was van Liverpool-trainer Arne Slot. “Clubs zijn tactisch veel beter geworden in het uitspelen van defensieve ploegen.”
Afbraakvoetbal
Lang heerste José Mourinho met zijn afbraakvoetbal op de Europese velden. “Er zijn veel dichters in het voetbal, maar dichters winnen geen titels.” zei de Portugese coach na de winst in de Europa League-finale van 2017, met Manchester United tegen het aanvallend ingestelde Ajax van Peter Bosz.
Maar het countervoetbal – Mourinho die de bus parkeerde – lijkt steeds meer aan terrein te verliezen. “Aanvallende teams overheersen op dit moment, inderdaad”, zegt ook Sjors Ultee, trainer van TOP Oss.
Ultee viert zijn verjaardag altijd tijdens de Champions League-finale. Toegegeven, op de avond zelf krijgt hij dan niet alles helemaal mee. Maar zoals zo veel trainers tegenwoordig steekt hij veel tijd in het kijken van voetbal, ook de Champions League. Tot in de late uurtjes. Hij heeft de eindstrijd gedownload en nog eens goed teruggekeken.
Meer goals dan ooit
Het aantal goals per wedstrijd was volgens statistiekbureau Opta dit seizoen hoger dan ooit in de Champions League (sinds 1992). Ook boekte een club nog nooit zo’n grote overwinning in de finale van het miljoenenbal.
Ultee: “Als je ook kijkt naar de halve finales van de Champions League, met PSG, Barcelona, Arsenal en Inter, dan zoeken ze allemaal graag de aanval.”
“Ja, Inter is defensief erg goed, maar ze hebben ook die wingbacks die eroverheen vliegen. Het is niet alleen maar verdedigen. Als je zulke teams tegenover elkaar zet, dan is de kans groot dat het open wedstrijden worden. Dan wordt het 3-3 of 4-3 in plaats van 0-0 of 1-0.”
“Het is een trend dat clubs op de flanken echt naar aanvallers zoeken met een individuele actie”, zegt Van der Heide. “Met heel veel diepgang ook. Van die één-op-één-monsters. Als zij hun back uitspelen, moet een andere verdediger uitstappen en dan ontstaat er ruimte voor teamgenoten.”
“Ook benutten ploegen veel beter de diepte achter de verdediging. Dan stuurt een middenvelder de aanvaller alleen op de keeper af.”
Van der Heide: “Vroeger was het moeilijk voetballen tegen defensieve blokken. Want wat ga je doen? Van afstand schieten, of voorzetten erin pompen? Maar dan koppen die grote, sterke centrale verdedigers alles weg.”
“Het is daarom mooi om te zien dat ploegen steeds slimmer worden. Ze vinden gaten tussen de verdedigers in. Die eerste goal van PSG was daar een goed voorbeeld van.”
Een hecht team
Alleen maar aanvallen is er overigens niet bij. “Aanvallend was Barcelona geweldig in de halve finale tegen Inter”, zegt Van der Heide. “Maar ze hadden dat andere stukje dat zo belangrijk is niet zo goed op orde: het verdedigen en het neutraliseren van counters.
“Net als PSV, trouwens. In Nederland gaat het nog wel, maar in de Champions League ga je er dan gewoon met 7-1 af tegen Arsenal.”
Paris Saint-Germain beheerst dat kunstje – het aanvallen én verdedigen – dit seizoen het beste, zeggen Van der Heide en Ultee. “Ze spelen controlerend zonder saai te zijn”, aldus Ultee.
Belangrijk is volgens de trainer wel dat de spelers opereren als een hecht team. “Het wordt steeds minder het tijdperk van de individuele ster die zijn eigen ding doet. Tuurlijk kunnen individuen nog steeds het verschil maken in een goed team, zoals Lamine Yamal bij Barcelona. Zolang ze maar wel meeverdedigen. Anders valt een ploeg door de mand. Dat heb je dit jaar gezien bij Real Madrid.”
En dan is er nog de fysieke kracht van voetballers die “bizarre vormen begint aan te nemen”, zegt Van der Heide. “Bij fysiek denk je aan sterk en groot, maar fysiek is ook op de hoogste snelheid voetballen.”
“Ik zag laatst een statistiek: spelers leggen niet grotere afstanden af dan vroeger. Maar het gebeurt allemaal sprintend. Dat helpt het aanvallende team. Dan geef je de tegenstander nul ruimte om op adem te komen.”
Maar vlak de counterploegen niet uit, zegt Ultee. “Ajax was bijna kampioen geworden met behoudend spel. Aanvallend voetbal, dominantie kan niet altijd. Het ziet er leuk uit als je het dan probeert; je krijgt de credits voor de intentie, maar niet de punten.”