Het wereldantidopingagentschap WADA gaat niet in beroep tegen de straffen voor drie Nederlandse judoka’s die ze kregen vanwege fouten met hun zogenaamde whereabouts. Wel uit WADA kritiek op de manier waarop de zaken zijn behandeld door de Nederlandse Dopingautoriteit.
Noël van ’t End, Frank de Wit en Michael Korrel staan maandenlang aan de kant omdat ze binnen twaalf maanden drie keer een dopingtest hadden gemist en/of fouten hadden gemaakt met de verplichting om per dag een uur te laten weten waar ze zich bevinden.
In antwoord op vragen van de NOS laat WADA weten onder meer teleurgesteld te zijn dat ze pas een paar maanden voor de Olympische Spelen van Parijs op de hoogte zijn gebracht van de problemen met de whereabouts. De zaken liepen toen al een paar jaar.
Doordat Van ’t End een juridische procedure was begonnen, was er geen uitspraak meer mogelijk voor de start van die Spelen.
Een woordvoerder van de Dopingautoriteit laat weten dat hij vanwege privacywetgeving niet in mag gaan op individuele gevallen: “Ook wij zien graag dat procedures sneller worden afgehandeld, maar het moet wel zorgvuldig gebeuren. De regel is dat WADA op de hoogte wordt gesteld als een individuele whereaboutsfout definitief is geregistreerd. Dat is nadat ook een sporter heeft kunnen reageren op het ontstaan van de fout.”
Terugwerkende kracht
Als gevolg van de lange procedure en de schikking die een paar weken geleden is getroffen, zijn de straffen in de praktijk minder lang dan op papier. De judoka’s zijn twintig maanden en twee jaar geschorst, maar een deel van de straf is met terugwerkende kracht ingegaan. Dat betekent dat Van ’t End na 31 oktober weer mag judoën, De Wit na 31 december en Korrel na 26 februari volgend jaar.
WADA vindt het te betreuren dat een deel van de straf met terugwerkende kracht is ingegaan, maar ziet af van de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de schikking.
Het wereldantidopingagentschap heeft naar aanleiding van onder meer deze kwestie in september vorig jaar een extra controle gehouden bij de Nederlandse Dopingautoriteit en een aantal verbeteringen geëist.
Zo moeten zaken voortaan sneller gemeld en afgehandeld worden. De Dopingautoriteit heeft nog een paar maanden om de gevraagde informatie aan te leveren bij WADA, maar zegt er alle vertrouwen in te hebben dat het goedkomt.