Dat het kabinet-Schoof zou gaan vallen, daar leek nooit iemand aan te twijfelen. De vraag was alleen wanneer. Veel mensen zetten hun geld op de onderhandelingen voor de voorjaarsnota, maar ook die hindernis werd genomen.

Wilders (PVV), Yesilgöz (VVD), Van Vroonhoven (NSC) en Van der Plas (BBB) kwamen op 16 april, na een etmaal onderhandelen, nog opgelucht naar buiten. Het was spannend geweest, maar kijk: er lag toch een akkoord over de voorjaarsnota.

En daar zat voor ieders achterban wat “zoet” in, maakten de onderhandelaars achtereenvolgens duidelijk. Zo had Wilders in al die uren zonder slaap voor elkaar gekregen dat de sociale huren twee jaar lang zouden worden bevroren.

Dat hier allerlei haken en ogen aan kleefden, was jammer, zei de PVV-leider op X. Dat moest woonminister Keijzer maar oplossen, al had zij als kabinetslid niet bij de onderhandelingen gezeten en zag zij het plan ook eigenlijk niet zitten.

Het was tekenend voor dit kabinet. Dat was in naam extraparlementair, wat inhoudt dat er een gezonde afstand zou moeten zijn tussen kabinet en Tweede Kamer. Maar in werkelijkheid maakten de vier fractieleiders uit de Kamer de dienst uit.

En zo kon het zelfs gebeuren dat één Tweede Kamerlid de stekker uit een kabinet kon trekken.

Lange formatie

Het liep van begin af aan moeizaam tussen PVV, VVD, NSC en BBB. De formatie duurde lang, ruim zeven maanden, en leek een paar keer te mislukken. De meeste onderhandelaars hadden weinig trek in deze coalitie.

Met name de nieuwe partij van Pieter Omtzigt, Nieuw Sociaal Contract (NSC), hield de boot af. Voor de verkiezingen had Omtzigt gezegd dat hij niet met de PVV in een regering wilde. De partij van Geert Wilders liet, volgens Omtzigt, de rechtsstaat niet heel.

En andersom hadden de andere partijen meteen al moeite met de persoon Omtzigt. Die zou zich tijdens formatiegesprekken veel te emotioneel gedragen en een paar keer in huilen zijn uitgebarsten. Ze vroegen zich hardop af of hij voldoende was hersteld van zijn burn-out, wat later inderdaad niet het geval bleek te zijn.

Maar de vier partijen zagen geen alternatief. Ze voelden zich tot elkaar veroordeeld. Want over één ding waren ze het hartgrondig eens: de tweede partij bij de verkiezingen, GroenLinks-PvdA van Frans Timmermans, moest hoe dan ook buiten de deur worden gehouden.

Bekijk hier een terugblik op elf maanden kabinet-Schoof:

PVV-plannen in ijskast

Dus werden er PVV-plannen in de ijskast gezet en kwamen er afspraken op papier over de Grondwet, de grondrechten en de democratie. En zo kon er dan toch een kabinet komen, met een partijloze premier: Dick Schoof.

Hij was tot dat moment de hoogste ambtenaar op het ministerie van Justitie en Veiligheid en eerder onder meer Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Hij had geen politieke ervaring.

Wilders zag dus, als leider van de grootste partij , het ’torentje’ aan zich voorbij gaan en dat bleef steken. Hij kwam daar meermaals op terug op X, waar hij ook in felle bewoordingen afstand bleef nemen van het kabinet. Alsof hij er niks mee te maken had.

Het kabinet-Schoof werd op 2 juli 2024 beëdigd, bijna een jaar geleden. En twee dagen later werd de premier-van-buitenaf duidelijk hoe de hazen liepen. Het debat over de regeringsverklaring escaleerde en de partijloze premier stond er alleen voor.

‘Slappe hap’

Achter zijn rug twitterde minister Agema over hoofddoekjes. En Wilders noemde zijn optreden “slappe hap”. Want in zijn ogen had Schoof het te weinig opgenomen voor PVV-ministers uit zijn kabinet die omstreden uitspraken hadden gedaan.

Kort daarna begonnen de onderhandelingen over de Prinsjesdagbegroting. En ook hierbij hoorden veel kabinetsleden pas achteraf wat er van hen werd verwacht. Zoals minister Agema (Volksgezondheid), die verrast werd door een bezuiniging van 165 miljoen op scholing voor verpleegkundigen.

Er volgde een ruzie over een strengere asielaanpak. De PVV wilde aanvankelijk uitsluitend spreken over het inzetten van het noodrecht (voor buitengewone omstandigheden) om strenge maatregelen voor elkaar te krijgen, maar ging uiteindelijk akkoord met een gewone wet. Die ging dan wel de ‘asielnoodmaatregelenwet’ heten.

NSC-staatssecretaris Idsinga (Financiën) stapte op na tweets van onder anderen PVV-leider Wilders over de zakelijke belangen van Idsinga. De staatssecretaris noemde het “een vertrouwensbreuk”. Twee weken later vertrok NSC-staatssecretaris Achabar (Toeslagen en Douane) vanwege de omgangsvormen in het kabinet.

‘Gebrek aan fatsoen’

Dat leidde tot een crisissfeer in Den Haag. Andere NSC-bewindspersonen dreigden ook op te stappen. Maar een kabinetsval werd opnieuw voorkomen. Er vertrokken wel twee NSC-Kamerleden vanwege “het gebrek aan fatsoen” in kabinet en coalitie.

Niet veel later was er onrust omdat premier Schoof 3,5 miljard euro beloofde aan Oekraïne. PVV-vicepremier Agema zei dat die toezegging voor haar uit de lucht kwam vallen en ook BBB-vicepremier Keijzer was verrast.

En ondertussen was er voortdurend gedoe rond PVV-minister Faber van Asiel en Migratie, die onder aanmoediging van partijleider Wilders op X haar eigen koers leek te volgen. Zo kwam ze vanuit het niets met een plan om ’terugkeerborden’ bij asielzoekerscentra te plaatsen. Toen RTL haar vroeg of dit kabinetsbeleid was, antwoordde ze: “Ik bén beleid”.

Later weigerde ze te tekenen voor de koninklijke onderscheidingen voor vijf vrijwilligers die zich hadden ingezet voor asielzoekers, omdat dat haaks zou staan op haar aanpak. De lintjes kwamen er alsnog, omdat premier Schoof en minister Uitermark van Binnenlandse Zaken hun handtekening zetten.

Eenheid van kabinetsbeleid

In een fel Kamerdebat over de kwestie zei Schoof dat die twee handtekeningen voor het voltallige kabinet stonden en dat er daardoor heus “eenheid van kabinetsbeleid” was, ondanks de volharding van Faber dat ze geen stempelmachine was en niets tekende waar ze niet achter stond.

“Eenheid van kabinetsbeleid” was ook de bezweringsformule toen NSC-minister Veldkamp op eigen houtje een bezorgde brief over het handelen van Israël in Gaza naar de Europese Commissie stuurde. Buiten medeweten van de PVV-ministers, die zich gepasseerd voelden omdat dit onderwerp in hun partij heel gevoelig lag.

Maar welke eenheid, werd steeds meer de vraag. De vier partijen dreven almaar van elkaar af. Nadat PVV-leider Wilders op eigen houtje een persconferentie had gegeven omdat het naar zijn zin niet genoeg opschoot met het asielbeleid, was het hek van de dam.

Bij de eerstvolgende ministerraad zei asielminister Faber dat NSC in “een papieren werkelijkheid” leefde en reageerde NSC-minister Uitermark dat ze voor zichzelf zou gaan uitmaken of ze nog wel door wilde in deze coalitie als het hoofdlijnenakkoord zou worden opengebroken.

Die vraag hoefde ze niet meer te beantwoorden. Gisteren sprak Wilders een klein uur met de drie andere fractieleiders over zijn plannen. Hij wilde daar hun handtekening onder en anders zou hij de stekker eruit trekken. En zo dacht hij er vanochtend, na het nachtje dat hij er nog over had geslapen, nog steeds over. Tot boosheid en frustratie van de anderen.

En zo kwam er dan toch een einde aan dit ongewenste huwelijk, dat alleen nog zo lang stand leek te houden omdat de peilingen de coalitiepartijen niet uitnodigden om nieuwe verkiezingen aan te gaan.

Door Haluk