Vijf medewerkers van een hulpkonvooi van de Verenigde Naties (VN) en het Wereldvoedselprogramma zijn gisteravond gedood bij een aanval in Noord-Darfur in Sudan. Ook zijn er mensen gewond geraakt, meldt de VN.

Het is niet bekend wie verantwoordelijk is voor de aanval. Zowel het regeringsleger als de rebellen van Rapid Support Forces (RSF) ontkennen betrokkenheid. RSF stelt dat het regeringsleger een luchtaanval heeft uitgevoerd, maar het regeringsleger zegt dat RSF het konvooi heeft aangevallen.

Het konvooi was vertrokken vanuit Port Sudan en had al 1800 kilometer afgelegd naar het door honger geteisterde Al-Fashir. Op het moment dat het konvooi onderhandelde over toegang tot de stad, werden de vijftien vrachtwagens aangevallen. Voertuigen zijn in de brand gestoken, hulpgoederen zijn beschadigd.

De plek waar het hulpkonvooi wachtte, Al-Koma, is 45 kilometer van Al-Fashir en is in handen van de RSF. Vorige week was deze stad doelwit van een luchtaanval van het regeringsleger; op een markt werden tientallen mensen gedood.

Dertig miljoen mensen in Sudan zijn afhankelijk van humanitaire hulp. “Het is verschrikkelijk dat deze hulpgoederen nu niet terechtkomen bij de kwetsbare kinderen en gezinnen waarvoor ze bedoeld waren”, zegt de VN in een verklaring.

De route die het konvooi aflegde was vooraf gedeeld met het regeringsleger en de rebellen, zegt de VN. De organisatie noemt de aanval een schending van het internationaal humanitair recht en eist dat de aanvallen op hulporganisaties stoppen. De VN roept daarnaast op tot een onderzoek naar het incident en wil dat de daders berecht worden.

Volgens de VN is de oorlog in Sudan op dit moment de grootste humanitaire ramp. De burgeroorlog heeft geleid tot meer dan twaalf miljoen vluchtelingen, 150.000 doden en een acuut tekort aan voedsel, water en medische hulp. Honderdduizenden mensen in Al-Fashir lopen het risico op ondervoeding en hongersnood.

Door Haluk