De Russische componist Sofia Goebajdoelina is op 93-jarige leeftijd overleden. Dat is bekendgemaakt in Kazan, in de Russische regio Tatarstan, waar ze is opgegroeid. Ze overleed in haar Duitse woonplaats Appen, bij Hamburg, waar ze sinds 1992 woonde. Ze laat meer dan 100 composities na.
“Sofia Goebaidoelina gold als de grande dame van de hedendaagse muziek. Ze was de belangrijkste Russische componist van haar tijd en een persoon die grote inspiratie haalde uit haar geloof”, laat haar uitgever weten. De stad Kazan noemt haar “een baanbrekend figuur”.
Ze was geobsedeerd door de wereld van het geluid. Woorden als puur en sacraal worden vaak genoemd, maar haar muziek wordt ook getypeerd als rauw en geselend.
Geluid vormgeven
Goebajdoelina werd geboren op 24 oktober 1931 in Tsjistopol, Tatarstan, zo’n 800 kilometer ten oosten van Moskou. In die tijd heerste Stalin over de Sovjet-Unie. Haar vader was landmeter, haar moeder docent. In haar kinderjaren verhuisden ze naar Kazan, de regionale hoofdstad.
Als kind was ze al geobsedeerd door de piano. En dan vooral door de binnenkant, de snaren, die allerlei geluiden maakten als ze erop timmerde of eraan plukte. Ze vertelde in interviews: “Ik was nog heel jong, 5 of 6, toen ik enthousiast raakte van wat er uit het binnenste van de vleugel kwam die bij ons in huis stond. Dat heeft mij geïnspireerd om mijn leven aan de muziek te wijden. Ik wilde geluid vormgeven.”
Instrumenten uit de volksmuziek
Ze studeerde piano aan het conservatorium in Kazan en compositieleer in Moskou. Bij haar eindexamen in 1959 kreeg zij te horen dat ze de “verkeerde weg” bewandelde. Haar muziek voldeed niet aan de Sovjetregels.
Een van de leden van de examencommissie was collega-componist Dmitri Sjostakovitsj. Hij had zelf zwaar te lijden onder de kritiek van het regime, omdat Stalin niets moest hebben van zijn “chaotische” muziek. Hij drukte haar op het hart trouw aan zichzelf te blijven en door te componeren op haar eigen “verkeerde” manier. Dat heeft ze in haar oren geknoopt en het is haar altijd tot steun gebleven.
Ze moest werken onder de strikte regels van de Componistenbond. Haar brood verdiende ze met het schrijven van filmmuziek. Zo componeerde ze de muziek bij de Sovjetversie van Jungle Book: Mowgli.
Daarnaast bleef ze tegen de verdrukking in haar eigen muziek componeren. Ze was altijd op zoek naar nieuwe klankstructuren, waarbij ze nieuwe en traditionele manieren van componeren combineerde en experimenteerde met instrumenten uit de volksmuziek. Haar grote voorbeelden waren Sjostakovitsj en Anton Webern. Die hadden haar “het allerbelangrijkste” geleerd, zoals ze zei: zichzelf te zijn.
Banvloek
Zoals bij veel kunstenaars die zich niet volledig aan de regels van het Sovjetregime hielden, werd haar het leven moeilijk gemaakt. De geheime dienst KGB doorzocht haar huis en intimideerde haar.
In 1979 deed de Componistenbond, die haar muziek “krankzinnig” noemde, haar werk in de ban. Dat stond niet in dienst van de revolutie en leunde te veel naar het Westen.
In een interview in de Volkrant in 2018 zei Goebajdoelina dat ze het een paar jaar moeilijk had gehad. “Gelukkig waren er een paar moedige musici, zoals violist Gidon Kremer en cellist Mstislav Rostropovitsj, die mijn werk in het buitenland propageerden.”
De Letse violist Kremer voerde haar werk al op in het Westen toen ze daar nog volstrekt onbekend was. Het vioolconcert Offertorium uit 1980 schreef ze op zijn verzoek en daarmee was haar visitekaartje afgegeven.
Stap naar bekendheid
Ook had ze veel steun aan het Russisch-orthodoxe geloof, waartoe ze zich in 1970 bekeerde. Daarover zei ze: “Er wordt gezegd dat de mens niet kan bestaan, niet kan leven, zonder muziek. Volgens mij komt dat doordat mensen bij het horen van muziek het besef van tijd kwijtraken en, net als ik, een verbondenheid met God kunnen ervaren.”
Op het Holland Festival van 1989, toen de Sovjet-Unie onder Gorbatsjov begon te wankelen, werd aandacht besteed aan Russische componisten. Dat was voor Goebajdoelina een grote stap naar bekendheid en het begin van de ontsnapping uit de wurggreep van de Componistenbond. Sinds die tijd wordt haar werk steeds vaker in het Westen uitgevoerd.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, begin jaren 90, vertrok ze uit haar vaderland. Sinds 1992 woonde ze in Duitsland, in Appen bij Hamburg. Daar leefde ze als een kluizenaar in de natuur. De telefoon nam ze nooit op.
Als iemand haar wilde bereiken kon dat per post, dan belde ze op als het haar uitkwam. Ze vond er haar geluk in de rust en de vrijheid die ze er had. Ook had ze er alle ruimte om op te gaan in het mysterie van de klank. Vanwege haar spiritualiteit werd ze wel vergeleken met Johann Sebastian Bach.
Geheime plek
Haar beleving van geluiden is goed te zien in de documentaire Toonmeesters uit 2013 van programmamaker Cherry Duyns en de Nederlandse componist, dirigent en pianist Reinbert de Leeuw. Daarin tovert ze geluid uit een stuk graniet door er met een kiezelsteen overheen te strijken.
“Er liggen zulke geheimen in het binnenste verborgen. Het is jammer dat die in onze cultuur niet worden gebruikt”, zegt ze daarover. “Ze blijven voor altijd op een geheime plek liggen. Deze mooie melodieën.”
In de documentaire repeteert De Leeuw met het Nederlands Kamerkoor en het Schönberg Ensemble het stuk Jetzt immer Schnee, onder het toeziend oog van de componist.
Al bij het zien van de partituur was de dirigent onder de indruk:
De Leeuw zag in haar werk de kracht terug die ze moest ontwikkelen om tegen de repressie van het regime in haar eigen muziek te schrijven. “Grote overtuiging, moed, consistentie, kracht, geestkracht. Iemand die onder heel moeilijke omstandigheden een heel eigen taal heeft gebruikt.”
Na haar Sovjet-periode schreef ze werken voor orkest, koor en kamermuziek. En ook de filmmuziek bleef ze trouw. Zo schreef ze de score voor The Killing Of A Sacred Deer uit 2017 met onder anderen Nicole Kidman.
Tot op hoge leeftijd bleef ze componeren. Een van haar latere werken, Über Liebe und Hass uit 2016, droeg ze op aan God. De uitgebreidere versie ging in première op het Gergiev-festival in 2018. Het is geïnspireerd op het gedicht Gebed om vrede. “Toen ik dat las was ik meteen verliefd.”
Ze kreeg vele prijzen en werd ook in Rusland erkend, maar de roem die Goebajdoelina met haar werk oogstte, vond ze uiteindelijk minder belangrijk dan de rust en inspiratie die ze vond op het Duitse platteland.