Vijf jaar geleden sloot het kabinet onder meer restaurants, scholen en sportscholen. Het waren coronamaatregelen die we een paar weken daarvoor onvoorstelbaar hadden gevonden. Ze waren bedoeld om een zorginfarct te voorkomen, maar legden een groot deel van de economie stil.
“Een uitzonderlijk zware economische schok”, noemde De Nederlandsche Bank (DNB) het in juni 2020. Een diepe recessie zou onontkoombaar zijn.
Hoe hard was de economische schok daadwerkelijk, als we nu vijf jaar later terugkijken?
Werkloosheid
“Van de voorspellingen die we in 2020 maakten, is weinig uitgekomen”, zegt DNB-directeur Olaf Sleijpen. In de eerste economische verwachtingen na het begin van de coronacrisis liep de werkloosheid flink op, huizenprijzen zouden dalen en de economie zou bijna twee keer zo hard krimpen als tijdens de kredietcrisis in 2009. “We moesten die verwachtingen steeds naar boven bijstellen”, zegt Sleijpen.
“Wat er gebeurde, is een economisch mirakel”, zegt Marieke Blom, hoofdeconoom van ING. “Vijf jaar geleden was ik heel bezorgd over de economie, en als ik toen had geweten hoelang alles zou duren was ik nog bezorgder geweest. Maar uiteindelijk was de economische impact veel kleiner dan we dachten.”
In de grafiek hierboven zie je dat de economie flink kromp in het tweede kwartaal van 2020, toen de strenge coronamaatregelen van kracht waren. Een kwartaal later veert de economie voor een groot deel terug. In het tweede kwartaal van 2021 was de economie groter dan voor de coronacrisis.
Ook de werkloosheid liep minder op dan gedacht, zie je in de grafiek daarna. In de eerste paar maanden steeg de werkloosheid wel hard, maar daarna daalde die weer. Sinds eind 2021 zijn er zelfs minder werklozen dan voor de coronacrisis.
Tot slot de faillissementen, de derde grafiek. Bedrijven die nauwelijks omzet kunnen maken gaan failliet, was de logische verwachting. Maar er gingen juist steeds minder bedrijven failliet. Pas sinds vorig jaar zijn er meer faillissementen dan voor corona.
De les
“Bottom line is dat het beleid van de overheid het juiste was”, zegt Sleijpen. “Ze stapten onmiddellijk in met een steunpakket om de uitval van de vraag te steunen.”
Het was op 17 maart, twee dagen na de verplichte sluiting van de eerste bedrijven, dat het kabinet tientallen miljarden vrijmaakte om het bedrijfsleven te steunen.
Bedrijven kregen subsidies om salarissen en vaste lasten door te betalen, zodat mensen niet massaal werden ontslagen. Ook mochten ze het betalen van belasting uitstellen. Dat pakket dekte niet alle kosten voor ondernemers, maar toch voldoende om massaontslagen en -faillissementen te voorkomen.
“De les van corona is: een overheid kan erger voorkomen door heel veel geld uit te geven”, zegt Blom. “En uiteindelijk hebben we na afloop niet eens een hogere overheidsschuld.”
Zoals je in de grafiek hierboven ziet liep de schuldquote (de overheidsschuld als percentage van de economie) aan het begin van de coronacrisis flink op. In het eerste kwartaal lag die op zo’n 48 procent, een kwartaal later was dat 54 procent. Maar dat percentage is sinds die piek gedaald en nu is de overheidsschuld al een tijd lager dan hij was voor de coronacrisis.
“De overheidsschuld daalt vooral omdat het beleid gewerkt heeft”, zegt Blom. “Als bedrijven overeind blijven, levert dat de overheid belastinginkomsten op. En omdat de schuldquote een percentage is van de omvang van de economie, daalt de schuldquote ook als de economie groeit dankzij het overheidsbeleid.”
“Volgens de boekjes”, zegt Sleijpen. “Doordat je met zo’n steunpakket de vraag stimuleert, groeit de economie. En elke euro die je besteedt, levert misschien wel meer op. Dat is voor een deel ook gebeurd met dit steunpakket.”
Maar dan de kritiek. Heeft het pakket niet te lang geduurd? Misschien, zegt zowel Sleijpen als Blom. “Maar achteraf is dat makkelijk praten. In december 2021 hadden we nog een zware lockdown. Het is niet gek dat het kabinet toen niet stopte met de steunmaatregelen”, zegt Sleijpen.
“Het is de vraag waar je de nadruk op legt”, zegt Blom. “Het staartje had beter gekund. Maar het begin is zo ontzettend goed gegaan. Over het medische en maatschappelijke beleid kun je discussiëren, maar als we economisch evalueren moeten we vooral zeggen: het is een succes geweest.”
En dan al die andere verwachtingen van corona. Het vliegverkeer viel stil door negatieve reisadviezen en treinverkeer en files namen af doordat mensen thuis werkten. Sommigen dachten dat die veranderingen misschien wel blijvend zouden zijn.
“Er is maar één ding dat is gebleven, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten”, zegt Sleijpen. “Thuiswerken.”
Sleijpen: “Voor corona was thuiswerken heel uitzonderlijk, dat stemde je af met je leidinggevende. Nu ben je minimaal 50 procent van je tijd op kantoor.”
“Je ziet het ook terug in reizigerskilometers”, zegt Blom. In het ov ligt het aantal check-ins nog steeds lager dan voor corona, blijkt uit de tweede grafiek hierboven. Per inwoner ligt het aantal autokilometers in 2024 ook nog net niet op het niveau van 2019, verwacht ING.
Vliegen doen we wel weer min of meer als vanouds. “Sommigen dachten dat alles blijvend zou veranderen”, zegt Blom. “Maar ik hield er toen ook al rekening mee dat mensen snel zouden terugvallen in hun oude gedrag.”
Wel zijn we ons bewuster van het risico op een pandemie. Sleijpen: “Dat speelt ook een rol in de discussie over de strategische autonomie van Europa. We willen niet meer afhankelijk zijn van medische voorzieningen uit landen buiten Europa.”
Veerkracht
Terugkijkend, kunnen we dan zeggen dat de economische klap meeviel? “De maatregelen zijn niet meegevallen”, zegt Sleijpen. “Maar de veerkracht van de economie wel. Een groot deel van de economie lag stil, maar er kwamen snel nieuwe bedrijven op die inspeelden op de situatie. Denk aan de bezorgservices en restaurants waar je diners kon afhalen.”
Dat is de verklaring van het mirakel, zegt Blom. “Een combinatie van beleid en een veerkrachtigere economie dan we dachten.”