De eerste finale van Arne Slot als trainer van Liverpool heeft geen prijs opgeleverd. In de eindstrijd van de League Cup ging zijn ploeg op Wembley met 2-1 ten onder tegen Newcastle United.
Liverpool werd eerder al uitgeschakeld in de FA Cup en deze week ook in de Champions League, dus is de landstitel de enige prijs die de club dit seizoen nog kan winnen. De voorsprong in de competitie is met twaalf punten riant.
Voor Newcastle betekende de League Cup-winst de eerste binnenlandse trofee sinds 1955. Sindsdien hadden de ‘Magpies’ meerdere finales gespeeld, zonder die te winnen.
Volgepakt Wembley
Vooraf had Slot zijn bewondering uitgesproken voor het ‘iconische’ Wembley Stadium, waar hij voor het eerst een wedstrijd zou meemaken als speler of trainer. Het stadion bleek op de wedstrijddag vooral gevuld met fans van Newcastle: zo’n 50.000 van de 90.000 stoeltjes werden naar schatting bezet door een ‘Geordie.’
Gesteund door die fans was Newcastle vanaf minuut één de betere partij. In de hele eerste helft stond het Liverpool slechts één doelpoging toe. De ploeg van Slot, met Virgil van Dijk en Ryan Gravenberch maar zonder Cody Gakpo, had weinig te vertellen.
Het was dus ook terecht dat Newcastle op slag van rust op voorsprong werd gekopt door Dan Burn. Hij torende bij een corner hoog boven iedereen uit en knikte knap raak in de verre hoek.
Na rust veranderde er weinig aan het spelbeeld, dus kon het sterk spelende Newcastle de score uitbreiden. Een eerste treffer van Alexander Isak werd nog afgekeurd vanwege buitenspel, maar even later was het wel raak voor de Zweedse topscorer.
In de slotfase werd het nog kort spannend toen Federico Chiesa de 2-1 maakte, maar zijn goal in de 94ste minuut bleek te laat om een echte comeback te inspireren.
Tegenvaller
Zo moest Slot na de Champions League-uitschakeling de tweede grote tegenvaller van deze week slikken. Dat deed de trainer op volwassen wijze: hij schudde Newcastle-trainer Eddie Howe direct de hand en feliciteerde zijn collega met het winnen van de prijs.