Het aantal mensen dat aangifte heeft gedaan van fietsendiefstal is afgelopen jaar opnieuw gestegen. Meer dan 86.000 fietsen werden als gestolen gemeld. Dat is ruim 1000 meer dan het jaar ervoor en bijna 10.000 meer dan in 2022.
Sinds 2014 nam het aantal aangiften van gestolen fietsen gestaag af, nadat het jarenlang vrij stabiel ruim boven de 100.000 per jaar lag. Het laagste punt werd bereikt in coronajaar 2021, toen vrijwel alle soorten criminaliteit flink afnamen. Maar sindsdien is juist weer een stijging te zien.
Meeste fietsen gestolen in de stad
Veruit de meeste verdwenen fietsen werden gemeld in Amsterdam. Bijna 11.000 keer werd daar aangifte gedaan van een gestolen fiets. Daarmee steekt de hoofdstad met kop en schouders uit boven de rest. In Rotterdam en Den Haag werden afgelopen jaar zo’n 4700 gestolen fietsen gemeld, in Utrecht 3900.
Ook afgezet tegen het aantal huishoudens staan vooral grote steden in de top-10, met name universiteitssteden. Zo ontbreekt Den Haag in de lijst, maar Delft, de 21ste stad van Nederland, staat er wel in. Op twee plekken in Nederland werd afgelopen jaar niet één melding van fietsdiefstal gedaan: in Renswoude en op Schiermonnikoog.
Lang niet iedereen doet aangifte van een gestolen fiets. In 2023 was dat maar 40 procent van de slachtoffers, staat in de Veiligheidsmonitor van het CBS. Vooral als het om een gewone stadsfiets gaat, wordt het lang niet altijd gemeld bij de politie.
De politie heeft niet verklaard waardoor de stijging in het aantal aangiftes komt.
Elektrische fietsen
Volgens de stichting Verzekeringsbureau Voertuigencriminaliteit (VbV) wordt ongeveer 5 procent van de gestolen fietsen teruggevonden. Jaarlijks loopt de schade op tot ruim 700 miljoen euro, berekent de stichting. Stations zijn populaire plekken voor fietsendieven, maar 35 tot 40 procent van de gestolen fietsen komt uit gesloten ruimtes als garages, schuren of kantoren.
Vooral voor elektrische fietsen lopen verzekeringspremies de laatste tijd hard op. In grote steden betaal je al snel 50 euro per maand. Sommige fietsen zijn zo populair onder dieven, dat je ze niet eens meer altijd kunt verzekeren. Elektrische bakfietsen worden bijvoorbeeld in sommige gemeentes door enkele verzekeraars helemaal niet meer verzekerd. Andere verzekeraars eisen een tweede slot of een gps-tracker.
Dat deze fietsen populair zijn onder dieven is niet gek. Een elektrische bakfiets van een duurder merk kost al snel 5000 euro. “En deze hebben vaak niet meer beveiliging dan een stadsfiets van 500 euro”, zei VbV deze maand.
Fiets in het zicht
Een gereedschap dat fietsendieven vaak gebruiken is de zogeheten powerkey. Dat is een soort loper die met een beetje wrikken veel ringsloten open krijgt (een ringslot is bevestigd aan het frame en sluit als een ring rond het achterwiel). Het gaat snel, en het ziet eruit alsof er een gewone fietssleutel wordt gebruikt, waardoor het niet opvalt dat er een fiets gestolen wordt.
VbV deelt op de website tips om te voorkomen dat een fiets wordt gestolen. Zo raadt VbV onder meer aan om de fiets ergens aan vast en in het zicht te zetten. Een gps-zender in de fiets kan ook handig zijn, stelt de stichting. Deze gps kan een signaal geven op het moment van diefstal of helpen bij het terugvinden. Het is volgens de stichting raadzaam om altijd aangifte te doen als je fiets toch gestolen is.