In de snerpende fluit van seingever Lucien De Schepper (84) zit zoveel gezag dat hij de wielergekke Vlamingen ermee koest houdt. Zelfs als het peloton in volle vaart de kasseien van de Eikenberg op raast in de Ronde van Vlaanderen.

Al 67 jaar wijst De Schepper renners en ploegwagens de weg in de race waar Vlaanderen zo trots op is. “Dit is een hoogdag”, roept hij zondag opgelaten in zijn gele hesje.

Massaal

De groene heuvels en de kasseienklimmetjes staan vol. De gele vlag met zwarte Vlaamse leeuw wappert, maar allerlei talen klinken. En de pintjes raken leeg in de VIP-paviljoens. De Ronde is zo massaal geworden dat je je kunt afvragen of De Ronde nog wel van de Vlamingen is. Bovendien won er al 12 jaar geen Vlaming meer, ook dit jaar niet.

Maar: “Er is altijd een spirit, een Ronde van Vlaanderen-spirit”, vertelt oud-politicus Herman De Croo (87). De Belgische minister van Staat begroet nog jaarlijks zelf de renners vanuit zijn voortuin bij Michelbeke. “Als het goed weer is, is daar een ongelooflijk enthousiasme. Een volksfeest.”

Op het dorpsplein van Kwaremont heeft Paul Vande Walle, slager uit een dorp verderop, in de vroege morgen al zijn eerste nummers gespeeld met zijn muziekgroep.

“We beginnen al om 9.00 uur bier en worsten te verkopen. Dan een afterparty na de koers en pas om 22.00 uur moet het gedaan zijn. Het is ongelooflijk.”

Soms mist Vande Walle de tijd dat hij nog boven op de fameuze Paterberg woonde. “De mooiste jaren van mijn huwelijk”, noemt hij het. “Toscane in het klein.”

Dankzij Vande Walle kreeg de Paterberg in 1985 kasseien. Trots: “Doe dat nou niet in beton, zei ik, leg daar kasseien, dan denk ik dat hier ooit de Ronde van Vlaanderen zal rijden.”

Weer geen streekgenoot

Zondag reed Pogacar solo over de kasseien naar zijn tweede zege in Vlaanderens Mooiste. Maar wat zouden de Vlamingen graag weer eens een streekgenoot bij de mannen zien winnen. De laatste Belg won in 2017, de laatste Vlaming in 2012. De hoop dat volksheld Wout van Aert het doet, krimpt met elk voorjaar.

Als troost juichen de Vlamingen ook een beetje voor Mathieu van der Poel, de in Vlaanderen opgegroeide Nederlander die zondag recordhouder kon worden met vier zeges.

“Van der Poel heeft zijn tongval, die spreekt geen Hollands, die spreekt de taal van een Vlaamse coureur”, legt De Croo uit. “Als Van der Poel wint, wint geen Hollander. Moest hij winnen, dan is dat uit de doos van de Vlamingen.”

Vlaanderen gunt Van der Poel het record. Maar het liefst zien zij een man of vrouw uit een dorp in de streek winnen. Zoals Lotte Kopecky bij de vrouwen. Of zoals Peter van Petegem ooit twee keer deed bij de mannen.

De oud-renner uit Brakel (55) weet waarom de streek zo wild wordt als er 200 fietsers door de heuvels sjezen. “We zijn hier op een klein stukje grond met een omtrek van 30, 40 kilometer. Het mooie is dat de mensen dicht bij de renners kunnen komen.”

Om ongelukken te voorkomen of spuugincidenten in de E3-prijs met Van der Poel zijn vrijwilligers als verkeersregelaar De Schepper essentieel.

De Croo prijst de honderden ‘seingevers’ in de omgeving Oudenaarde. “Die staan op de delicate plekken van De Ronde, bij de Kwaremont, de Koppenberg, de Eikenberg.”

Luide stem

Daadkrachtig ingrijpen is soms nodig. “Ik doe dit al sinds 1958 en soms moet je streng zijn, hè”, vertelt De Schepper zondagmiddag, vlak nadat hij enkele eigenwijze fans met luide stem naar achter de vangrail heeft gewezen. “In die hoek mag niemand staan!”

Zodra de renners voorbij zijn, stroomt de Eikenberg leeg, krijgt De Schepper wat schouderklopjes en snellen veel fans naar een volgende helling.

“Duizenden mensen uit allerlei landen hebben er een sport van gemaakt op verschillende plekken te kijken. Ze reppen zich dan van ergens op de Koppenberg naar twee of drie andere hellingen. Er is zelfs een shuttlebus”, zegt De Croo. “Een bijkomende nationale sport, dat triple watching.”

Commercialisering en vlagvertoon

De Ronde is meer dan wielrennen geworden. De Schepper zag het volk in aantal toenemen, mensen mondiger worden ook. De Croo merkt vercommercialisering. “In Kluisbergen staan grote tenten, met zakenlui die klanten uitnodigen. Het is een grote commerciële aangelegenheid.”

Politieke tintjes heeft de Hoogmis sinds jaren ook. Op alle beroemde hellingen zie je de gele vlag en zwarte leeuw met rode nagels en tong, maar ook de volledig zwarte leeuw. De variant die door nationalistische bewegingen wordt verspreid.

“Het is geen nationalistische dag. Een enkele partij probeert dat toe te eigenen met vlaggen, maar degene die denken dat het een nationalistische uiting is, weet niets van sport”, stelt De Croo.

“Het maakt deel uit van de folklore. De mensen drinken hun glas, komen goed overeen. En ach, nee daar heb ik nooit een gevoel van nationalisme bij gevoeld.”

‘Volkse leven’

Trots op Vlaming zijn, dat is er wel, zegt Vande Walle. “Maar het is vooral de liefde voor de koers. Het volkse leven. Dat is Vlaanderen op z’n best.”

Niet gek dus dat bij de finish op de N453 in Oudenaarde enkele Vlaamse fans wanhopig hun volksheld Van Aert nog een laatste keer vooruit schreeuwen. “Allez, Wout! Allez, Wout!” Hopeloos, want Pogacar is al te ver weg.

Treurt de Vlaming als er geen Vlaming wint? “Neen”, meent De Schepper. “Er zijn mensen die in hun verdriet verdrinken, anderen zijn enthousiast. Als het maar een hoogdag is. Maar dat staat zeker en vast.”

Door Haluk