Precies zien of de pollen waar je allergisch voor bent op dat moment door de lucht zweven. Dat kan nu nog niet, maar wetenschappers werken er wel aan. Op het dak van twee ziekenhuizen worden vandaag daarom officieel twee ‘pollenpalen’ in gebruik genomen die automatisch tellen welke pollen er in de lucht zitten.
Doel is om de informatievoorziening voor hooikoortspatiënten te verbeteren. Als er pollen in de lucht zitten waar zij allergisch voor zijn, kunnen ze ervoor kiezen om voorzorgsmaatregelen te nemen. Bijvoorbeeld door medicatie te nemen, of een zonnebril of mondkapje te dragen.
Handmatig vs. automatisch
Tot nu toe bepalen onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum en het Elkerliek ziekenhuis in Helmond handmatig welke pollen er de voorgaande week in de lucht zaten. Die informatie loopt dus altijd flink achter.
De komende tijd leggen ze hun handmatige tellingen naast de resultaten van de automatische tellers. Op die manier bepalen en verbeteren ze de betrouwbaarheid van de apparaten. Ze hopen dat de nieuwe technologie binnen één of twee jaar zo goed werkt dat ze de resultaten live kunnen laten zien.
Een beperking is wel dat er op slechts twee locaties in Nederland wordt geteld, terwijl de hoeveelheid pollen lokaal verschilt, bijvoorbeeld door het weer. Daarom hopen de onderzoekers op termijn op meer locaties automatische tellers neer te zetten.
Buienradar voor pollen
Ook werken ze aan een soort buienradar voor pollen. De Finse meteorologische dienst heeft zo’n pollenverwachting voor heel Europa. Er wordt nu gewerkt aan zo’n verwachting voor Nederland en ook daarvoor zouden actuele metingen van toegevoegde waarde zijn.
Er zijn al radars voor pollen, maar die zijn gebaseerd op modellen en geen echte metingen. De automatische tellers moeten straks een direct inzicht geven in de actuele situatie. Maar eerst moeten de onderzoekers dus testen hoe goed de informatie uit die tellers is.
Belangrijk voor patiënten
Internist-allergoloog Richard Oei ziet een meerwaarde in de nieuwe manier van tellen, ook al gaat het in eerste instantie om maar twee meetpunten. “Handmatige tellingen lopen altijd achter de feiten aan. Patiënten kunnen dan pas dagen tot een week later terugvinden hoeveel pollen er in de lucht zaten, terwijl ze hun klachten van toen al vergeten zijn. Door het inzetten van automatische tellers komt deze informatie straks bijna real-time beschikbaar.”
Dit kan mensen met een allergie helpen om hun klachten beter te begrijpen of om de juiste keuzes te maken, bijvoorbeeld door binnen te blijven. “Ook al bij deze eerste stap zien wij belangrijke kansen om het leven met allergie concreet te verbeteren”, legt Oei uit.
Het hooikoortsseizoen is dit voorjaar eerder begonnen dan de afgelopen jaren. Dat ziet Oei in de kliniek waar hij werkt en ook onderzoeksbureau Nivel meldde dat vorige week. Door het relatief warme en droge weer blijven pollen langer in de lucht hangen.