De geschorste burgemeester van Istanbul Ekrem Imamoglu is voor het eerst sinds zijn aanhouding voor een rechter verschenen; niet in de zaak waarvoor hij in maart werd opgepakt, maar voor de eerdere beschuldiging dat hij de hoofdaanklager in Istanbul heeft beledigd. Daar kan hij een gevangenisstraf van zeven jaar en vier maanden voor krijgen.
Imamoglu noemt die beschuldiging vals. “Ik sta hier omdat ik drie verkiezingen in Istanbul heb gewonnen, een stad waarvan gezegd wordt ‘Wie Istanbul wint, wint in Turkije’, en een stad waarvan ze dachten dat zij er de baas waren”, zei hij.
Met ‘zij’ bedoelt hij president Erdogan en zijn AK-partij. Imamoglu en veel andere Turken denken dat regering van Erdogan hem wil uitschakelen om te voorkomen dat hij meedoet aan de presidentsverkiezingen van 2028. De regering spreekt dat tegen en zegt dat het Openbaar Ministerie onafhankelijk is.
Bij lokale verkiezingen vorig jaar kreeg Imamoglu in Istanbul 51 procent van de stemmen, de kandidaat van Erdogans partij 40 procent.
Volgens de Turkse grondwet mag Erdogan in 2028 niet nog eens meedoen aan presidentsverkiezingen. De oppositie denkt dat hij de grondwet wil wijzigen om toch aan de macht te kunnen blijven
De aanklacht van belediging dateert van eerder dit jaar. Deze zaak gaat op 16 juni verder.
Confrontaties met de politie
Op 19 maart werd Imamoglu aangehouden voor corruptie en hulp aan een terroristische organisatie. Ook in deze zaak zegt hij onschuldig te zijn.
In meerdere steden gingen duizenden mensen uit protest de straat op. Dat leidde tot confrontaties met de politie, die traangas en rubberkogels inzette tegen de betogers.
Meer dan 2000 mensen werden opgepakt, niet alleen bij de protesten, maar ook in de dagen daarna. Van hen zaten er nog zo’n 300 vast. De meesten hebben de gevangenis mogen verlaten, maar 25 moeten zich wel geregeld bij de politie melden.