Het was al wekenlang droog, het waaide en op de bodem van de Deurnese Peel lag een kurkdroge laag varens. En toen brak er, dit weekend vijf jaar geleden, brand uit. De brandweer streed drie dagen tegen het vuur.
Uiteindelijk verbrandde 710 hectare van één van de laatste hoogveengebieden. De brand was voor Nederland uitzonderlijk. Omwonenden zaten dagenlang in de rook en een verzorgingstehuis werd geëvacueerd. Nog twee maanden smeulde de natuur na.
Om te voorkomen dat het nog een keer zo uit de hand loopt is er een plan van aanpak:
Dat de natuur soms brandt, is volgens experts onvermijdelijk. Na de Peelbrand werd daarom vooral nagedacht welke risico’s echt onacceptabel zijn. “Je wilt escalatie voorkomen”, zegt Wally Paridaans, hoofdofficier van dienst en specialist natuurbrandbeheersing bij de veiligheidsregio Brabant Zuidoost.
Meer wegen zijn nu toegankelijk voor brandweervoertuigen. Er zijn extra waterputten geslagen. En de Deurnese Peel is verdeeld in compartimenten. Brandweerlieden vangen het vuur op bij vooraf bepaalde grenzen en laten delen uitbranden.
Peel is natter
Volgens Paridaans bewees de brand ook dat een beheersplan zich niet alleen op het blussen moet richten. Vooraf kun je veel doen aan preventie in het natuurgebied, en daarvoor moet je samenwerken met bijvoorbeeld waterschap en Staatsbosbeheer. Paridaans: “Natuurbrandbeheersing, dat kun je per definitie niet alleen.”
“Sinds de brand is er een heleboel veranderd in het gebied”, zegt Rick Verrijt, boswachter ecologie bij Staatsbosbeheer. Zo is de Deurnese Peel door diverse ingrepen en veel regen de afgelopen vijf jaar al een stuk natter geworden.
Aan de westkant is zo’n 120 hectare nieuwe natuur gemaakt. Dit terrein houdt regenwater vast, en geeft tegendruk op het water in de Peel, dat zo minder snel wegloopt.
Het weer hielp een handje, zegt Verrijt: “We hadden na de brand nog één droog jaar, en daarna natte jaren zodat de Peel vol water kwam te staan.” Zelfs in de droge periode dit voorjaar was de Peel relatief nat.
Minder berken en varens
De vernatting stond al voor de brand gepland, vooral om het hoogveen een handje te helpen. Deze natuur gedijt als het nat is en er weinig voedsel in de bodem zit. In de Peel was het waterpeil te laag en kwamen voedingstoffen in het gebied door de uitstoot van stikstof.
Op die voedingsrijke ondergrond groeien varens, grassen en berken ontzettend goed. Veel beter dan op gezond hoogveen. Elk voorjaar vormt dit brandstof voor eventuele branden en de berken nemen veel water op uit de bodem.
Op sommige plekken zijn daarom berken omgehakt. En Staatsbosbeheer verwijdert gericht varens en grassen. Veenmossen moeten juist de ruimte krijgen. Op termijn wordt de Deurnese Peel zo minder kwetsbaar voor branden, concludeerde de Wageningen Universiteit.
Boswachter Verrijt ziet al positieve signalen. Varens, maar vooral berken hebben het moeilijker. “Het is zo nat geworden dat ze het onder water niet fijn vinden”, zegt Verrijt. “Er groeit heel veel waterveenmos, vele tientallen hectares. Dat is echt geëxplodeerd.” Verrijt hoopt dat na dit mos ook meer bijzondere soorten zich uitbreiden.
Wim van Opbergen, voorzitter van Werkgroep Behoud de Peel, is minder enthousiast. Hij erkent dat heb gebied er hier en daar op vooruit is gegaan. “Maar het vernatten is veel te beperkt gebeurd. Je moet eigenlijk een zone van twee kilometer vernatten”, zegt Van Opbergen. “Daar pleiten wij al jaren voor.”
Hij heeft ook moeite met het verwijderen van varens en andere begroeiing. “Er wordt heel veel aan beheer gepleegd, vaak met zware machines. Het gebied heeft zo veel van zijn ongerepte karakter verloren.” Pas als een groter gebied rond het natuurgebied natter wordt, is er volgens Van Opbergen kans op een duurzame verbetering.
Voorzichtig optimisme
De brand maakte indruk in de peelregio. “Maar de impact van deze brand overstijgt het lokale niveau”, zegt Cathelijne Stoof, natuurbrandexpert aan de Wageningen Universiteit. Na de Peelbrand merkt ze dat natuurbranden hoger op de politieke agenda staan en dat er in de aanpak wordt geïnvesteerd.
In Noord-Brabant hebben alle natuurgebieden inmiddels een gebiedscommissie voor brandveiligheid in de natuur. Daarin zit niet alleen de brandweer, maar ook terreinbeheerders en waterschappen. Het maken van een plan begint met een discussie over welke risico’s acceptabel zijn, en wat dat betekent voor het landschap “Dat is echt bijzonder”, zegt Stoof. “Ik ken geen land waar ze dat zo doen.” Ze is dan ook hoopvol over de ontwikkelingen. “Al is er nog veel te doen.”
Dat er helemaal geen brand meer uitbreekt in de Deurnese Peel, dat durft niemand te beloven. Toch is er vijf jaar na de grote natuurbrand voorzichtig optimisme. “Ik verwacht daar minder snel escalatie”, zegt brandweercommandant Wally Paridaans. “We zijn echt beter voorbereid”, zegt boswachter Rick Verrijt. “Zelfs in dit droge voorjaar hadden we een stuk minder zorgen.”