De judobond bevindt zich in een vacuüm. Na de mislukte Olympische Spelen in Parijs werd de bezem door de bond gehaald en verdwenen de technisch directeur en drie van de vier bondscoaches. Plannen voor de toekomst zijn er, maar er is ook nog onduidelijkheid. Terwijl de wedstrijden gewoon doorgaan.
Daarom moeten de zeventien Nederlandse judoka’s vanaf morgen op de EK in de Montenegrijnse hoofdstad Podgorica aantreden zonder hun vaste coach langs de tatami. En dat is hier en daar wat onwennig.
Trainingen zijn weliswaar gewoon doorgegaan en de judobond heeft meer trainers dan er voorheen bondscoaches waren. “Maar toch voelt deze voorbereiding anders dan normaal”, stelt Jur Spijkers, die Europees kampioen werd in 2022.
“Ik heb het maximale uit mijn voorbereiding gehaald, maar met een vaste coach aan mijn zijde pak je net wat extra procenten mee. Als ik een worp inzet, dan voel ik wat ik doe. Een persoonlijke coach kijkt er van een afstandje naar en zegt soms dingen die je misschien niet wilt horen, maar wel goed voor je zijn. Er zijn wel waarnemende coaches, maar die begeleiding is niet zo intensief als voorheen, met mijn oude coach Matthew Purssey.”
Spijkers en consorten moeten nog even geduld hebben. Marjolein van Unen is inmiddels benoemd tot voorzitter van de bond. En een nieuwe directeur topsport is ook aangesteld in de persoon van voormalig wereldkampioen Guillaume Elmont, maar hij begint pas op 1 mei. Tot die tijd is er door de interim-topsportdirecteur Anthonie Würth bewust voor gekozen om geen tussentijdse bondscoach aan te stellen.
“Die keuze snap ik ook wel, want als je iets doet, dan moet je het goed doen”, stelt Spijkers. “Maar toch, er zit ook een houdbaarheidsdatum op ons als judoka’s en er staan dit jaar een EK en een WK voor de deur. En daar wil ik zo goed mogelijk voor de dag komen. Met een eigen coach aan mijn zijde ben ik net een paar procent beter.”
Toch zweven er niet alleen maar vraagtekens rond de judoka’s op Papendal. Prominente judoka’s als Joanne van Lieshout, Marit Kamps en tweevoudig Europees kampioen Sanne van Dijke hebben bovenal weer zin om aan de bak te gaan op de aanstaande EK. En dat na tumultueuze maanden.
“Ik heb een rondreis van twee maanden door Australië gemaakt”, vertelt Van Dijke met een glimlach. “Toen ik wegging voelde ik de onrust, maar toen ik terugkwam, was de chaos eigenlijk alleen maar groter geworden”, vertelt ze op grappende wijze.
Om daarna op een serieuzere toon over te gaan. “Ik hoop snel op meer duidelijkheid, maar ik heb met grote interesse de plannen van Anthonie Würth gelezen. Ik heb bovendien het volste vertrouwen in Guillaume Elmont, dus ik kijk er positief naar uit.”
De doelstelling voor Van Dijke tijdens dit toernooi is daarbij duidelijk. Goud. Niets meer, niets minder. “Voor een zevende plek doe ik het niet. Dan kan ik net zo goed thuisblijven.”