“Prachtig”, “uit het hart” of “een beetje laat”. De reacties op de excuses van Amsterdam voor de rol bij de Jodenvervolging zijn overwegend positief. Maar vooral het financiële gebaar van de gemeente valt goed.
Bij de holocaustherdenking bij de Hollandsche Schouwburg vertelde burgemeester Halsema hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog in alle lagen van het ambtelijk apparaat werd meegewerkt met de Duitse bezetter. Verschillende gemeentelijke diensten droegen bij aan allerlei anti-Joodse maatregelen.
Tachtig jaar na de bevrijding sprak Halsema uit dat de stad Joodse Amsterdammers “gruwelijk” in de steek heeft gelaten, en bood daarvoor namens de stad excuses aan. Tegelijkertijd werd bekend dat de gemeente 25 miljoen euro beschikbaar stelt om te investeren in de Joodse gemeenschap in de stad.
‘Beter laat dan nooit’
Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) vindt de excuses een prachtig gebaar, en prijst de Amsterdamse burgemeester dat zij “naar de zwarte bladzijde in de Amsterdamse geschiedenis durft te kijken”.
Tegelijkertijd zegt het CIDI dat de erkenning van de “pijnlijke rol” die de gemeente heeft gespeeld lang op zich heeft laten wachten, “maar beter laat dan nooit”.
Dat lijkt ook het gevoel te zijn bij een aantal bezoekers van de herdenking, die gehuld in regenjassen en poncho’s naar de woorden van de burgemeester luisterden. “Het had natuurlijk veel eerder moeten gebeuren”, zegt een vrouw, “maar ze heeft het wel heel goed verwoord”.
Een andere aanwezige vindt dat het nooit te laat is. “Het is juist in deze tijd wel goed en sensitief om hier iets over te zeggen.” Veel mensen zeiden geraakt te zijn door de woorden van de burgemeester.
‘Uit het hart’
Rabbijn Rosenberg, die bij de herdenking ook een gebed verzorgde, vond het een mooie erkenning. “Het is een bevestiging van wat wij allang wisten. Maar het komt uit het hart, dat was vandaag heel goed te horen. Ik waardeer dat bijzonder”, zegt hij tegen AT5.
Het Centraal Joods Overleg (CJO), waarin meerdere Joodse organisaties verenigd zijn, reageert nog wat behoudend. “Wij voelen dat deze excuses zijn aangeboden aan de overlevenden, de nabestaanden en aan ons als levende Joodse gemeenschap.” Het CJO zegt de details nog te gaan doornemen en vraagt zich ook af wat dit betekent voor andere gemeenten.
“De excuses en ook het daaraan verbonden gebaar, in de vorm van een bedrag, zijn er, wat ons betreft, om aan de Joden van Amsterdam hun identiteit, trots en weerbaarheid te geven en terug te geven”, schrijft het CJO.
Bezoekers beamen dat vandaag in Amsterdam. “Het financiële gebaar is te waarderen. Dit soort impulsen kunnen echt helpen om op gebieden waar het moeilijk is, het hoofd boven water te houden en initiatieven te ontplooien.”