Ooit waren het geliefde vernieuwers, nu liggen Apple, Google en Meta (van Facebook en Instagram) onder vuur vanwege hun machtspositie. En niet alleen in het kritische Europa, óók in de Verenigde Staten. Er staat veel op het spel: miljarden aan boetes en zelfs de kans dat de techgiganten belangrijke onderdelen kwijtraken.
Het nieuwste Europese wapen om grote techbedrijven aan te pakken is de Digitale Marktenwet (in het Engels afgekort tot DMA). Deze week werden daarvoor de eerste boetes uitgedeeld: Apple moet 500 miljoen euro betalen en Meta 200 miljoen. De beslissingen van de Europese Commissie volgen iets meer dan een jaar nadat de nieuwe regels waren ingegaan.
En dat is ongekend snel: normaal nemen procedures over de machtspositie van bedrijven jaren in beslag, zowel in Europa als de VS. Hoewel de bazen van de techgiganten bij de inauguratie van president Trump een ereplaats hadden, zitten de autoriteiten ook daar niet stil: er lopen meerdere zaken tegen de grote techbedrijven.
Techbedrijven opknippen
De Amerikanen kijken ook naar andere manieren om hun macht te doorbreken: ze opknippen. Zo wil de Amerikaanse justitie dat Google afscheid neemt van zijn internetbrowser Chrome. In deze zaak gaat het erom dat makers van Android-smartphones de Google-zoekmachine verplicht moesten installeren. In 2018 kreeg Google in Europa in een vergelijkbare zaak al een recordboete van 4,3 miljard euro.
Iets vergelijkbaars hangt Meta boven het hoofd. Volgens de Amerikaanse toezichthouder kocht het bedrijf zijn concurrenten Instagram en WhatsApp met als doel ze uit de weg te ruimen. Als de overnames worden teruggedraaid, verliest Meta twee belangrijke onderdelen.
Helemaal nieuw is dat niet: in 2000 oordeelde de rechter dat Microsoft opgesplitst moest worden in twee delen. Dat was omdat het bedrijf met Windows misbruik had gemaakt van zijn machtspositie. Dit ging uiteindelijk niet door: Microsoft schikte, waardoor Windows onderdeel kon blijven van hetzelfde bedrijf.
“Het afstoten van onderdelen is ingrijpend”, zegt Inge Graef. Zij is specialist op het gebied van machtsmisbruik en concurrentie aan de Tilburg University. “Daarmee proberen ze de situatie te herstellen van vóór het machtsmisbruik. Het is de vraag of dat gaat lukken. En of het op de lange termijn nut heeft. Uiteindelijk wil je dat de bedrijven zich aan de regels houden, zodat het jaren later niet opnieuw gebeurt.”
Dat de DMA werkt, zie je nu al als je diensten van de grote techbedrijven gebruikt, legt ze uit. “Bijvoorbeeld als je een locatie googelt. Dan zie je niet meer automatisch Google Maps. Dat is gedaan zodat andere kaartendiensten meer ruimte krijgen. Als gebruiker moet je nu iets meer moeite doen. Misschien denk je: ‘Wat irritant’. Maar op de lange termijn leidt het tot meer concurrentie, meer keuzevrijheid en dus minder afhankelijkheid van Google. Dat is het doel van de Europese wet.”
‘Bedrijven moeten gedrag aanpassen’
Wat vooral helpt, is zorgen dat bedrijven hun gedrag aanpassen, zegt Graef. De Europese Commissie legde Apple daarom niet alleen een boete op, maar stelde ook een deadline om het gedrag aan te passen. En Meta kwam tijdens het onderzoek al met een extra keuze voor Facebook- en Instagram-gebruikers. “Dat is effectiever dat boetes”, vindt Graef. “De bedrijven zullen die toch aanvechten bij de rechter.”
Dat deed Google dan ook met een boete uit 2017 in een zaak rond Google Shopping: de prijsvergelijker voor producten in webwinkels. Afgelopen september oordeelde de rechter dat Google definitief 2,4 miljard euro moet betalen omdat het zijn eigen dienst voortrok op de concurrentie.
In een andere zaak pakte wel goed uit voor Google: het bedrijf hoeft een boete van bijna 1,5 miljard euro niet te betalen. De rechter zette een streep door die boete uit 2019 omdat de Europese Commissie niet goed had uitgezocht dat het gedrag van het bedrijf nadelig zou zijn voor consumenten.
En daar draait het om, zegt Graef. “Het doel van deze regels is dat consumenten en bedrijven niet afhankelijk zijn van een paar grote partijen. Als concurrenten meer ruimte krijgen, valt er voor ons meer te kiezen.”