Een maand na de aardbeving in Myanmar beheersen de brokstukken nog altijd het straatbeeld in de getroffen gebieden. De Britse omroep BBC schrijft dat de meeste gebouwen nog in puin liggen en dat de herstelwerkzaamheden nog altijd niet begonnen zijn. Volgens het Myanmarese medium The Irrawaddy heeft het regime de inwoners nauwelijks hulp geboden bij het aanpakken van instabiele gebouwen.
De zware beving, vandaag precies een maand geleden, stortte het door oorlog verscheurde land in een nog diepere crisis. Volgens Myanmarese staatsmedia kwamen er meer dan 3700 mensen om het leven, meer dan 5000 mensen raakten gewond. De VN gaat ervan uit dat het werkelijke dodental vele malen hoger ligt.
Bewoners van beschadigde huizen durven nog altijd niet binnen te slapen uit angst voor instorting. Het laten repareren – of zelfs het laten slopen – is voor veel Myanmarezen te duur en het gebied werd na de beving getroffen door honderden naschokken. “Overdag proberen we aan het huis te werken, maar ’s nachts slapen we buiten. Dit is al zo sinds de aardbeving”, zei een inwoner van de zwaar getroffen miljoenenstad Mandalay eerder deze week tegen The Irrawaddy.
Mensenrechtenorganisaties vrezen voor de gevolgen van het naderende regenseizoen, dat in mei begint. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schrijft dat “tienduizenden overlevenden nog steeds in provisorische tenten leven, zonder enige bescherming tegen de moessonstormen en muggen”.
Ook liggen ziekten op de loer. “Waterbronnen zijn vervuild, tijdelijke toiletvoorzieningen zijn overbelast en er is melding gemaakt van acute waterige diarree in twee gebieden”, aldus de WHO.
Naypyidaw hertekend
Over de wederopbouw van de hoofdstad Naypyidaw wordt inmiddels wel nagedacht. De leider van de junta – die in 2021 de macht greep door de democratisch gekozen regeringsleider aan de kant te zetten – heeft aangekondigd dat de plattegrond van de stad moet worden hertekend.
Naypyidaw werd hard getroffen: zo’n 70 procent van de overheidsgebouwen werd verwoest of raakte beschadigd, berekende de BBC. Volgens de legerleider was de schade zo groot doordat de gebouwen op zachte grond zijn gebouwd.
De stad bestaat pas sinds 2003. De militaire leiders besloten destijds om een nieuwe hoofdstad op te trekken, inclusief enorme overheidskantoren en luxueuze – maar doorgaans uitgestorven – winkelcentra en hotels. Hoewel Naypyidaw qua oppervlakte ruim zeven keer groter is dan Amsterdam, wonen er ‘slechts’ een miljoen mensen.
Op beelden is te zien dat veel belangrijke overheidsgebouwen, waaronder verschillende ministeries, zwaar beschadigd zijn geraakt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Toerisme zijn verplaatst naar de voormalige hoofdstad Yangon. Andere overheidsorganen opereren vanuit tijdelijke gebouwen.
De junta zou de bouwbedrijven die Naypyidaw begin deze eeuw construeerden hebben gevraagd om contact op te nemen. Een anonieme bron zegt tegen The Irrawaddy dat ze de opdracht zouden krijgen om de hoofdstad te herbouwen.
Meer aanvallen
Hoewel het leger kort na de beving om internationale hulp vroeg, verloopt de hulpverlening nog altijd moeizaam. De junta is selectief in wie hulp mag verlenen. “Een handvol lokale en internationale ngo’s verleent nu gezondheidszorg en hulpverlening met toestemming van de militaire junta, maar de behoeften blijven de omvang van de hulp overtreffen”, schreef The New Humanitarian vorige week.
De bloedige oorlog tussen het Myanmarese leger en een coalitie van gewapende prodemocratische groepen en etnische milities bemoeilijkt het werk van de hulporganisaties. Ondanks een door het regime afgekondigd staakt-het-vuren, gaan de luchtaanvallen gewoon door. Uit een analyse van persbureau Reuters blijkt dat het aantal luchtaanvallen door de junta sinds de beving zelfs is toegenomen.
Volgens Reuters voerde de junta tussen 2 en 18 april gemiddeld zo’n tien luchtaanvallen per dag uit, vaak gericht op burgerdoelen. In totaal zouden ze in die periode 105 mensen gedood hebben. Volgens de VN voerde de verzetsgroepen gedurende die periode in totaal slechts drie luchtaanvallen uit.
Hulporganisaties vrezen dat de aandacht voor de gevolgen van de humanitaire ramp op de achtergrond raakt. De ravage in Myanmar is volgens het Rode Kruis vergelijkbaar met de verwoesting door de aardbeving in Marokko in 2023, maar volgens de hulporganisatie krijgt Myanmar drie keer minder media-aandacht.