Concentratiekamp Engerhafe, bij de Duitse stad Emden, heeft twee maanden bestaan en is daardoor veel minder bekend dan kampen als Auschwitz of Bergen-Belsen. Toch kwamen in het kleine concentratiekamp niet ver van de Nederlandse grens in de Tweede Wereldoorlog in korte tijd veel mensen om het leven: minstens 188, onder 47 Nederlanders.
Herinneringscentrum Engerhafe wil dat het kamp niet vergeten wordt. “We willen graag vertellen over onze geschiedenis”, zegt voorzitter Hilke Osterwald bij RTV Noord.
Osterwald heeft contact gezocht met scholen in het naburige Groningen en wil ook aan de rest van Nederland duidelijk maken wat er is gebeurd. “Vooral in deze populistische tijden en nu we opschuiven naar rechts, ook in Nederland”, benadrukt ze. “Bij ons kun je zien wat er kan gebeuren als het helemaal uit de hand loopt.”
Engerhafe was eigenlijk een buitenkamp van het veel grotere Neuengamme bij Hamburg. Vanaf oktober 1944 werden daar steeds meer gevangenen ondergebracht. Zij werden door de nazi’s gedwongen te werken aan de Friesenwall. Dat was een verdedigingswerk van loopgraven en schuilplaatsen aan de zeedijk dat over enkele honderden kilometers van Denemarken tot bij de Nederlandse grens zou moeten lopen.
Voortdurend regen
“Er was plek voor 500 dwangarbeiders, maar het werden er 2000”, weet Osterwald. Zij wijst erop dat het in de herfst van 1944 vrijwel voortdurend regende. “Bij weer en wind moest er dan 10 kilometer heen en terug gemarcheerd worden naar de werkplek. Het moet gruwelijk geweest zijn.” De ondervoede gevangenen moesten elke ochtend om 04.00 uur opstaan en direct aan de gang.
Door nat en guur herfstweer, kou, uitputting, honger en slechte hygiëne, bezweken veel gevangenen. Osterwald sluit niet uit dat het er meer waren dan het ‘officiële’ aantal van 188.
Bij de kerk
Na twee maanden werden de gevangenen die het hadden overleefd teruggeplaatst in Neuengamme. De doden werden aanvankelijk begraven bij de kerk van het dorp. Na de oorlog is een aantal doden opgegraven, geïdentificeerd en overgebracht naar hun vaderland. Dat gold ook voor een aantal Nederlanders.
Behalve het herinneringscentrum dat in de pastorie van de kerk is gevestigd, zijn er nu vrijwel geen sporen van het concentratiekamp meer te vinden in Engerhafe. Het blijft bij een plaquette, een paar stenen in de grond en een grafveld bij de kerk.
Toch wordt het kamp niet vergeten. “Vorig jaar hebben we ruim 3000 leerlingen uit de buurt mogen ontvangen”, aldus Osterwald. De volgende stap is dat er nu ook Nederlanders gaan komen, benadrukt ze. Om van de geschiedenis te leren.