Rusland en Noord-Korea zijn begonnen aan de bouw van een autobrug die de landen met elkaar verbindt. Volgens de Noord-Koreaanse premier Pak is de bouw van de eerste wegverbinding tussen de landen een “belangrijke mijlpaal” in de onderlinge betrekkingen.
De brug over de Tumen-rivier wordt ongeveer een kilometer lang en gaat omgerekend een kleine 100 miljoen euro kosten. Op dit moment kunnen de landen alleen beschikken over een spoorbrug, een luchtverbinding en een verbinding over zee, om Noord-Koreaans militair materieel naar Rusland te vervoeren.
Het Noord-Koreaanse staatspersbureau KCNA zegt dat de verkeersbrug onder meer toerisme en goederenverkeer moet bevorderen. De autoweg komt vlak bij de Vriendschapsbrug, een spoorbrug uit de Sovjettijd. Medio 2026 moet de brug in gebruik worden genomen.
De start van de bouw werd gisteren door beide landen met een ceremonie gevierd en via een videoverbinding bijgewoond door de Noord-Koreaanse premier Pak en zijn Russische collega Misjoestin. Laatstgenoemde sprak volgens het Russische staatspersbureau Tass van een “mijlpaal voor de Russisch-Koreaanse relatie”. Pak omschrijft het project als een “symbool van de eeuwigdurende vriendschap en samenwerking”.
Militaire steun
Volgens Korea-deskundige Casper van der Veen symboliseert de bouw van de wegverbinding de verdere toenadering tussen de landen. “Rusland en Noord-Korea zijn al langer bondgenoten, maar zo hecht als de banden de afgelopen twee jaar zijn geweest, is uitzonderlijk. Ik denk dat de relatie sinds Stalin niet zo goed is geweest”, zegt Van der Veen.
Van der Veen doelt onder andere op de levering van militaire troepen en wapens aan Rusland in de oorlog tegen Oekraïne. “Naast de duizenden soldaten, levert Noord-Korea ook miljoenen artilleriegranaten en ballistische raketten aan Moskou”, zegt Van der Veen. De Oekraïense president Zelensky beschuldigde Rusland er onlangs nog van een Noord-Koreaanse raket te hebben ingezet bij een aanval op Kyiv.
Ook het bezoek van Poetin aan Noord-Korea in juni vorig jaar toonde aan dat de landen een innige vriendschap onderhouden. “Het bijzondere is dat Noord-Korea nu de helpende hand biedt en niet de vragende partij is. Dat is altijd andersom geweest in de relatie met Rusland. Die positie zullen ze maximaal proberen uit te buiten”, aldus Van der Veen.
Deze week bevestigde Noord-Korea voor het eerst dat militairen uit het land aan Russische zijde meevechten tegen Oekraïne nadat het Russische ministerie van Defensie beelden van Noord-Koreaanse militairen naar buiten had gebracht. Volgens Pyongyang hebben de troepen bijgedragen aan de overwinning in de Russische grensregio Koersk.
Volgens Zuid-Koreaanse inlichtingendiensten zijn zo’n 600 Noord-Koreaanse militairen gesneuveld in de strijd om Koersk. Ook zouden meer dan 4000 Noord-Koreanen gewond zijn geraakt. In totaal zijn er volgens Seoul zeker 15.000 Noord-Koreaanse militairen actief aan Russische zijde.
Verbetering Noord-Koreaanse militairen
Ondanks de op het eerste oog grote Noord-Koreaanse verliezen, waarschuwt Zuid-Korea dat het gevechtsvermogen van het Noord-Koreaanse leger aanzienlijk is verbeterd. “Ze zijn gewend geraakt aan het gebruik van nieuwe wapens, zoals drones”, zei een lid van de parlementaire inlichtingencommissie gisteren.
“Er zijn militair analisten die zeggen dat Noord-Koreaanse troepen er wel degelijk voor hebben gezorgd dat Rusland de Oekraïners uit Koersk kon verdrijven. Wat vaststaat is dat Rusland de oorlog door Noord-Koreaanse wapenleveranties makkelijker kan voortzetten”, zegt Van der Veen.
In ruil voor de levering van troepen en wapens krijgt Pyongyang grote hoeveelheden geld en militaire technologie van Rusland. “Kim Jong-un wil meer spionagesatellieten, betere drones en hij wil de marine uitbreiden. Dat is allemaal technologie die Rusland in huis heeft”, ziet Van der Veen.
Vorige week presenteerde Noord-Korea het grootste nieuwe oorlogsschip uit hun vloot. Volgens het Zuid-Koreaanse leger is het marineschip gebouwd met hulp van Moskou. “Het duidt erop dat de twee landen steeds verder naar elkaar toetrekken en elkaar blijven helpen”, zegt Van der Veen.