Het kabinet wil in elke buurt een noodsteunpunt waar mensen terecht kunnen als het crisis is. Bij langdurige stroomuitval of een andere noodsituatie kan iedereen daar dan terecht om de laatste informatie te horen, om apparaten op te laden via een aggregaat, om vermisten op te geven of voor drinkwater.
Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) was al voorstander van zulke verzamelplekken, maar maakt vandaag bekend dat hij ook daadwerkelijk geld uittrekt voor een netwerk van noodsteunpunten.
Het is de bedoeling dat uiteindelijk iedereen “binnen loopafstand” een noodsteunpunt heeft, legt Van Weel uit in gesprek met de NOS. Op wat voor locaties ze komen, is aan het lokaal bestuur, maar volgens de minister moet gedacht worden aan plekken als brandweerkazernes en sportcomplexen.
Dreiging van Rusland
Naar de steunpunten gaat dit jaar en volgend jaar geld voor de opstartfase in totaal zo’n dertig miljoen euro, en vanaf 2027 gaat er elk jaar ongeveer 65 miljoen euro naar ‘lokale en regionale weerbaarheid’. Dat is vooral bedoeld om die noodsteunpunten op te zetten en voor bewustwordingscampagnes.
Mede door de toenemende dreiging van Rusland wil het kabinet voorzorgsmaatregelen nemen. Door een cyberaanval of oorlog kunnen er ook tekorten aan bepaalde spullen ontstaan, bij zo’n noodsteunpunt zouden mensen het broodnodige op kunnen halen. Ze zouden er bijvoorbeeld ook eerste hulp kunnen krijgen.
“We verwachten niet vandaag of morgen in een conflict te komen”, zegt Van Weel. “Maar we zien de wereld om ons heen veranderen en je moet wel voorbereid zijn.” Recent pleitte hij er al voor dat burgers zichzelf moet voorbereiden op noodsituaties door een noodpakket in huis te halen waarmee ze 72 uur vooruit kunnen.
Bezuiniging
Het Veiligheidsberaad, waarin alle 25 veiligheidsregio’s van Nederland vertegenwoordigd zijn, pleitte eerder al voor een netwerk van noodsteunpunten. Die zouden wat hen betreft dan opgezet kunnen worden in de circa duizend brandweerkazernes door heel het land.
Volgens het beraad moet daar nodig in geïnvesteerd worden. Nu hebben nog lang niet alle kazernes een noodaggregaat voor als de stroom uitvalt: slechts een op de tien.
Het Veiligheidsberaad schatte eerder in dat er 100 miljoen euro nodig is voor noodsteunpunten, maar dat bedrag haalt het kabinet dus niet met deze plannen. Bovendien is er daarnaast een bezuiniging op de veiligheidsregio’s ingeboekt. Van Weel zegt desgevraagd niets aan die bezuiniging te gaan veranderen.
Tegenstrijdig
Jaap Donker, directeur van de Veiligheidsregio Utrecht, is “heel blij” dat er geld wordt uitgetrokken door de minister. “We zien dat de risico’s toenemen. De risico’s op een lange stroomuitval of uitval van internet, maar bijvoorbeeld ook natuurbranden en overstromingen en dan willen wij er kunnen zijn voor de samenleving.”
Mensen zijn vooral op zoek naar informatie in zo’n crisis, zegt Donker. “Dat zagen we in Spanje en Portugal ook.” Dat kunnen ze dan dus bieden bij zo’n noodsteunpunt als veel kanalen eruit liggen.
Dat er tegelijkertijd tien procent wordt bezuinigd op veiligheidsregio’s vindt Donker “enorm” tegenstrijdig, hij hoopt dat het kabinet daar toch nog naar wil kijken.