Werknemers moeten vaker een vast contract krijgen, en als ze toch ‘flexwerken’ dan verdienen ze meer zekerheid. Dat is de kern van het wetsvoorstel waar minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag mee komt.
In het voorstel staat onder meer dat uitzendkrachten recht krijgen op dezelfde arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers. Ook wordt de inzet van nulurencontracten aan banden gelegd.
In plaats daarvan moet er gewerkt worden met bandbreedtes; dus een contract met een minimum en maximum aantal uren aan werk. Het minimum aantal uren krijg je dan altijd uitbetaald. Bijbanen van jongeren, scholieren en studenten kunnen nog wel met een nulurencontract (ook wel oproepcontract).
Draaideur
Verder komen er strengere regels om draaideurconstructies met tijdelijke contracten te voorkomen. Nu mag iemand na drie tijdelijke contracten zes maanden lang geen nieuwe tijdelijke aanstelling krijgen. In het voorstel wordt deze termijn 5 jaar. Het idee is dat werkgevers daardoor mensen eerder een vast contract aanbieden.
Nederland kent verreweg het hoogste percentage flexwerkers van de EU en daar wil Van Hijum wat aan doen. In Nederland hebben zo’n 2,7 miljoen mensen met een flexibele arbeidsrelatie, 5,5 miljoen mensen hebben een vast contract en er zijn ruim 1,5 miljoen zelfstandigen (zzp’ers en andere ondernemers).
“Voor sommige bedrijven en sectoren is onzekere arbeid een verdienmodel geworden”, zegt de minister. “Met dit wetsvoorstel vergroten we direct de bestaanszekerheid van mensen. En we maken het ook weer moeilijker om mensen uit te buiten via draaideur- of uitzendconstructies.”
Welvaartsniveau
Het wetsvoorstel is een voortzetting van de weg die het vorige kabinet was ingeslagen om in te grijpen op de arbeidsmarkt, op basis van het rapport-Borstlap. Die commissie concludeerde vijf jaar geleden dat Nederland zijn vertrouwde, hoge welvaartsniveau dreigt te verliezen als er niet snel en drastisch zou worden ingegrepen.
Van Hijum hoopt dat de wet, als de Tweede en Eerste Kamer instemmen, ingaat in 2027.