Het uitgeprocedeerde Oezbeekse gezin Babayants verblijft precies zes maanden in een kerk in Kampen. Al een half jaar lang hebben ze geen voet buiten gezet en houden vrijwilligers het kerkasiel in stand. “Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad”, aldus de dominee.

Het gezin uit Emmen woont ruim tien jaar in Nederland maar mag hier niet blijven. Vader, moeder en de vier kinderen hebben jarenlang geprobeerd een verblijfsstatus te krijgen, maar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bepaalde dat ze worden uitgezet omdat Oezbekistan volgens het kabinet veilig genoeg is.

Zes maanden geleden besloot een kerk in Kampen het gezin kerkasiel aan te bieden. De overheid mag namelijk geen kerkdienst in een kerkgebouw onderbreken. De dienst is al zes maanden lang, 24 uur per dag bezig doordat er continu voorgangers en vrijwilligers aanwezig zijn in de kerk.

Niet naar buiten

“Al die honderden vrijwilligers, die honderden voorgangers die hier komen. Er is niemand die vraagt ‘wanneer gaan we stoppen?'”, zegt dominee Kasper Jager tegen RTV Drenthe. “Die vraag is niet aan de orde. Veel meer vraagt men van ‘wat hebben jullie nodig?’.”

Het gezin komt al zes maanden niet naar buiten. Toch valt dat het gezin niet zwaar. “Als je in een asielzoekerscentrum woont moet je altijd denken of de politie komt, want dan word je opgepakt. Maar hier is het gewoon rust. Chill”, zegt Ariana Babayants, een van de dochters van het gezin.

Broer Aram Babayants sluit zich daarbij aan: “Het voelt niet als een half jaar. De tijd gaat snel hier vergeleken met de tijd in het azc. Ik denk dat we hier meer rust hebben.”

Hoewel er eigenlijk geen hoop meer is dat het gezin toch zou mogen blijven, blijft de kerk optimistisch. “Wij moesten dit doen. Als de staat geen bescherming biedt aan kinderen moeten wij als kerk dat doen. En dat is na een half jaar niet veranderd”, zegt Jager.

Ook de kinderen blijven positief. Aram Babayants: “Ik heb drie zusjes en moet het goede voorbeeld geven. Dus altijd positief blijven en zeggen ‘het komt goed’. En het komt ook meestal goed.”

Door Haluk